Iemand die gaat slapen, krijgt, nog voordat hij in slaap valt, in een schemerige of donkere omgeving het gevoel dat er schaduwen in de kamer ronddrijven. Hij begint te huilen. 1) Zijn er in onze religie speciale gebeden voor de behandeling hiervan? 2) Is het zondig om deze gebeden als amulet te laten maken?
Beste broeder,
Het is religieus gezien toegestaan om te bidden ter bescherming tegen dingen als angst, en om verzen en hadiths op te schrijven en bij zich te dragen.
Abdullah ibn Umar heeft de volgende overlevering van de Profeet (vrede zij met hem) overgeleverd:
„Als een van jullie in slaap bang wordt, zeg dan het volgende:
‚Ik zoek toevlucht in de woorden van Allah, die onvolmaaktheden kent, tegen de toorn en straf van Allah, tegen het kwaad van Zijn schepselen, tegen de fluisteringen van de duivels en hun naderen.‘
Dan kan hem niets meer kwaad doen.“
„Abdullah ibn Amr leerde ze aan zijn kinderen die de leeftijd van onderscheidingsvermogen hadden bereikt, en voor de kinderen die die leeftijd nog niet hadden bereikt, schreef hij ze op en hing ze om hun nek.“
(Tirmizi, Daavat, 94)
De geesten aan de mensen
„onder welke omstandigheden het schadelijk kan zijn“
Wat betreft dit onderwerp, kan het volgende worden gezegd:
„Djinns kunnen mensen met geloof, vooral tijdens rituele onreinheid (junub) en menstruatie/nifas, en mensen die zonder rituele reiniging (wudu) en gebed leven, in deze toestanden lastigvallen en hen op verschillende manieren en niveaus tot zonde verleiden. Elke zonde is een open deur en raam voor de duivel en boze djinns. Vooral gevoelige mensen, mensen met een zwakke geest, en mensen die een nonchalante levensstijl leiden, ver van gebed en de atmosfeer van gebed, worden gemakkelijk door djinns beïnvloed. Het overtreden van de grenzen van het leven door djinns en het bezetten van huizen en woningen zonder de naam van God te noemen, zijn belangrijke factoren bij het lijden aan djinns.“
„Onze Profeet (vrede zij met hem) leerde ons om te bidden wanneer we vuile plaatsen betreden en verbood ons om te bidden in vuile plekken, zoals vuilnisbergen, badhuizen, grasvelden, toiletten en zelfs graven. Ja, onze Profeet (vrede zij met hem) zei dat we moesten bidden wanneer we het toilet betreden…“
„Allahüme, ik vlucht bij U voor de slechtheid en de slechte dingen.“
Hij leert ons te bidden, ons in elke fase van ons leven te wijden aan gebed, ons te bevinden in een omgeving die als een kasteel en schild kan worden beschouwd, die ons beschermt tegen dergelijke schadelijke pijlen, ons te omringen met goede mensen, een atmosfeer van gebed te creëren en ons te beschermen door middel van aanbidding.“„Wie dus zeker wil weten dat hij zich tegen alle kwaad van de geesten beschermd houdt, moet bovenal de zonden met kordate stappen vermijden en de openingen sluiten waarlangs zij zouden kunnen binnendringen.“
„Zeg: Ik zoek toevlucht bij de Heer van de mensheid,
Aan de heerser der mensen, aan de god der mensen,
Van het kwaad van die sluipende kwelgeesten.
Hij die fluistert in de harten van de mensen.
Zowel van de geesten als van de mensen.
(An-Nās, 114/1-6)
Een gebed dat wordt gelezen ter bescherming tegen zowel zichtbare als onzichtbare, openlijke en geheime vijanden, en dat dient als een toevlucht tot Allah.
„Muavvizat“
de zogenaamde laatste drie soera’s van de Koran, namelijk
„Al-Ikhlas, Al-Falaq en An-Nas“
de verzen ervan zijn een remedie voor elk kwaad en (als ik het zo mag zeggen) deze drie verzen,
„De aspirines van de Koran-apotheek“
Daarom moet men zich met deze middelen tot God wenden en zich ermee beschermen tegen de duisternis van de nacht, de boosheid van de duivels, de djinn, de tovenaars en de kwade gedachten.
Het is bekend dat de werking van toverij nauw verbonden is met de psychologische toestand van de persoon, met name met pessimisme, angst en twijfel. In de soera’s Al-Falaq en An-Nas wordt gewezen op deze punten en wordt, net als in normale omstandigheden, de mens aangemoedigd om zich bij een dergelijke situatie alleen tot Allah te wenden. Zo staat er immers in de Koran:
„Zo hebben Wij elke profeet de menselijke en de demonische duivels tot vijand gemaakt. Zij fluisteren elkaar verleidelijke woorden toe om te misleiden.“
(Al-An’am, 6/112)
Volgens de vertaling van deze aya, is de mens kwetsbaar voor allerlei gevaren en kan hij gemakkelijk worden misleid door vijanden, zowel geesten als mensen, door middel van glansrijke en magische woorden, of door fictieve geschriften in boeken met onbekende bedoelingen. Tegen al deze gevaren is het belangrijk om te luisteren in de naam van Allah en zijn werk in Zijn naam te doen.
„Euzü-Besmele“
dat hij ermee moet beginnen, op voorwaarde dat hij de boeken die hij leest, leest in naam van de waarheid en er boodschappen over de waarheid uit haalt, en ook
„Euzü-Besmele“
We begrijpen dat het belangrijk is om ze (de verzen) met de juiste intentie te lezen. Want de duivel kan zich niet gemakkelijk mengen in zaken die in de naam van Allah beginnen en eindigen. De slechte bedoelingen van tovenaars en een aantal schrijvers en filosofen die mensen willen misleiden, worden alleen op deze manier verijdeld. Anders zouden ze mensen kunnen misleiden, hun lezers of toehoorders kunnen laten meeslepen door het ritme van het onderwerp en ze kunnen betoveren. De meesten die afwijken, worden immers op deze manier afgeweken. Daarom wordt in deze drie soera’s eerst, met de soera Al-Ikhlas, de „geloof in de eenheid van God“ (Tawhid) onderwezen, en vervolgens wordt met de soera Al-Falaq en An-Nas toevlucht gezocht bij Allah.
Zoals Yazır uitgebreid in zijn commentaar op deze soera beschrijft, heeft hij ook een interessante hadith overgeleverd die Kurtubi overleverde van Abu Dharr. In deze hadith wijst de Profeet (vrede zij met hem) op de „duivels van de mens“.
„Heb je je tegen de menselijke duivel bij God verscholen?“
(De taal van de Koran, de religie van de waarheid, X/191) heeft gezegd.
Kortom,
Als we in ons dagelijks leven aandacht besteden aan gebed en aanbidding, ons tot God wenden met gebeden en ons op de juiste manier tot Hem wenden, dan komen we onder Zijn bescherming te staan en worden we beschermd tegen toverij, tovenaars die toverij kunnen uitvoeren en boze geesten.
Tijdens dit onderzoek ontmoette ik een medium, iemand die me al eerder had gefascineerd. Op aandringen van mijn vrienden vroeg ik hem om me te onderzoeken. Hij keek in het water, riep zijn geesten op en vroeg hen of er toverij op me was uitgeoefend. Daarna keek hij een paar keer afwisselend in het water en naar mij en…
„Waarmee bescherm je jezelf?“
vraagde hij. Ik antwoordde:
„Hoezo?“
antwoordde hij, vol nieuwsgierigheid,
„Wat lees je elke dag?“
zei hij. Daarop,
„Wat is er gebeurd?“
toen hij/zij zei tegen mij,
„Er is vaak magie tegen u gericht geweest, maar het heeft niet gewerkt. Als ze dit tegen een gewone persoon hadden gedaan, iemand die niet door een speciaal gebed beschermd wordt, dan was het al lang afgelopen geweest!“
zei hij.
Ik zeg ook altijd dat ik dagelijks „Cevşen’ül-Kebir“ voorlees en dat ik na de gebeden de gebeden en gebedsformules doe die volgens de Sunna horen.
Ik heb het gezegd.
In dit geval moet men, om genezen te worden, artsen en de geneeskunde raadplegen in plaats van tovenaars, van wie we weten dat ze contact hebben met boze geesten en verkeerde dingen doen. Bij behandelingen met gebeden moet men ook de gebeden aanwenden die de Profeet (vrede zij met hem) aanbeveelde, en de gebeden die we als voorbeelden uit de Koran hebben gegeven. Het beste is om de aanbeveling van onze Profeet (vrede zij met hem) op te volgen, zoals overgeleverd door Aisha (vrede zij met haar):
„De Profeet (vrede zij met hem) blies in zijn handen en reciteerde de Mu’awwidatayn (de soera’s Al-Falaq en An-Nas) en de soera Al-Ikhlas (Qul Huwallahu Ahad) voordat hij naar bed ging, en veegde vervolgens zijn handen over zijn gezicht en lichaam. Hij herhaalde dit drie keer. Wanneer hij ziek werd, beval hij mij hetzelfde te doen.“
„(Bukhari, Fedail-ul Kur’an 14, Tıbb, 39)“
De Profeet (vrede zij met hem) stuurde zieken niet naar tovenaars voor behandeling. Hij verwees hen ofwel naar de geneeskunde en artsen, ofwel naar de apotheek van de Koran en de Sunnah. Hij wilde dat zij gebruik zouden maken van universele genezing. Bovendien heeft God verklaard dat de Koran een zegening en genezing is voor de gelovigen (Isra, 17/82), en heeft Hij de Koran aangewezen als bron voor onze geestelijke problemen. (zie Şibli, De Geheimen van de Djinn, blz. 256-257; Arif Arslan, Duivel en Djinn volgens religie en geloof, Nesil Yayınları, april 2002.)
Met vrede en gebed…
Islam in vraag en antwoord