Zijn de doden blij of verdrietig als het goed of slecht gaat met hun kinderen?

Antwoord

Beste broeder,

Over deze kwestie wordt ook een overlevering van Abdullah ibn Mubarak overgeleverd, waarin hij het volgende zegt:

„De bewoners van het graf wachten op nieuws. Wanneer iemand sterft, vragen ze: wat heeft hij/zij gedaan, wat heeft hij/zij niet gedaan?“

‚Hij is dood, is dat niet bij jullie bekend?‘

toen hij zei:

‚Wij behoren tot Allah en tot Hem keren wij terug.‘

zeggen ze:



‚Hij is een andere weg gegaan dan wij.‘

voegen ze eraan toe.“(1)

Ook Sa’id b. el-Müseyyeb (overleden 94/712), een van de Tabi’un, zei:


„Wanneer een man sterft“

(die al overleden is)

het kind zal hem verwelkomen zoals men een afwezige verwelkomt die van een reis terugkeert.

heeft gezegd.(2)

Deze hadiths en overleveringen, die aangeven dat de doden elkaar in de berzah (tussenwereld) ontmoeten en nieuws ontvangen over degenen die recentelijk zijn overleden en zich bij hen hebben gevoegd, worden ondersteund door berichten die aangeven dat de daden van kinderen, kleinkinderen en naaste familieleden aan de vader en naaste familieleden in het graf zullen worden gepresenteerd, en dat zij blij zullen zijn met de goede daden van hun familieleden en verdrietig zullen zijn vanwege hun slechte daden.


Degenen die de grafcultus aanbiddelen,

Ze zijn op de hoogte van de daden van hun achtergelaten familieleden en vrienden, en verheugen zich over hun goede daden en bedroeven zich over hun slechte daden. (3) Een authentieke overlevering overbrengt dat Mujahid hierover het volgende zei:


„De goede daden van een kind na de dood van de ouder, komen de ouder ten goede in het graf.“

(de rechtvaardige)

wordt met blijdschap ontvangen.“

(4)

Er wordt over Sa’id b. Cübeyr (overleden in 95/714) overgeleverd dat hij het volgende zei:


„De doden worden zeker op de hoogte gebracht van wat er bij de levenden gebeurt. Er is niemand wiens dierbare is overleden en die niet op de hoogte wordt gebracht van wat er met de achterblijvers gebeurt. Als het nieuws goed is, zal hij blij en gerust zijn; als het slecht is, zal hij verdrietig zijn.“

(5)

Abu’d-Dardâ, een van de Sahaba (v. 32/652), bad ook als volgt:


„O God, ik vlucht bij U voor een daad die mijn overledenen zou beschamen.“

(6)

Abdullah ibn Mubarek overlevert ook een overlevering van Abu Ayyub al-Ansar, een van de metgezellen van de Profeet, waarin hij het volgende zegt:


„De daden van de levenden worden aan de doden getoond. Als ze iets goeds zien, verheugen ze zich en wensen ze elkaar geluk; als ze iets slechts zien, zeggen ze: ‚O God, wend het van hem af!'“

(7)

Uit deze overleveringen blijkt dat de geesten op de hoogte zijn van de daden van hun nakomelingen en dat ze de goede daden met vreugde en mooie woorden beantwoorden, terwijl ze de slechte daden met verdriet tegemoet treden.



Voetnoten:

1. Ibn Qayyim, ar-Ruh, blz. 19: Birgivî, R. FÎ Ah. Etfâlİ’l-Müslimin, blz. 85; Birgivî voegt na behandeling van dit onderwerp toe dat degenen die zonder testament sterven in de berzakh niet kunnen spreken en de vragen van de bewoners van de berzakh niet kunnen beantwoorden. (zie ibid., blz. 85.)

2. Ibn al-Qayyim, ibid., p. 19; Rodosîzâde, ibid., p. 25 a.

3. Rodosîzâde, leeftijd 7 jaar en 7 maanden.

4. Ibnu’l-Kayyim, ibid., p. 12.

5. Hasan el-‚Idvî, ibid., p. 16, Egypte, 1316.

6. Dezelfde werk, a.a.

7. Ibnu’l-Kayyim, ibid., p. 7; Rodosîzâde, ibid., v, 8 b.


Met vrede en gebed…

Islam in vraag en antwoord

Schreibe einen Kommentar

Laatste Vragen

Vraag Van De Dag