Wordt de ijtihad van de Sahaba als bewijs beschouwd?

Vraagdetails

– Wordt de ijtihad van de Sahaba (de eerste generatie moslims) als een wettelijk bewijs beschouwd?

Antwoord

Beste broeder,


De interpretatie van de Sahaba (degen die de profeet Mohammed hebben vergezeld) over een bepaald onderwerp wordt beschouwd als een wettelijke bron.

Elk van de Sahaba was een mujtahid.

Omdat de Sahaba de Arabische taal goed beheersten en door hun verbondenheid met de Profeet (vrede zij met hem) de bedoeling van God en de Profeet (vrede zij met hem) zeer goed begrepen, was het aantal Sahaba-geleerden dat fatwa’s gaf, vrij groot. Echter, de Sahaba-geleerde wiens fatwa’s en uitspraken overgeleverd zijn…

honderd dertig

Er zijn er ongeveer zoveel. Zeven van hen hebben zoveel fatwa’s gegeven dat ze elk een boek zouden kunnen vullen.

De Zeven Juristen

Deze Sahaba zijn de volgende:

Omer, Ali, Aisha, Zaid ibn Thabit, Abdullah ibn Masud, Abdullah ibn Abbas en Abdullah ibn Omar.


(Ibn al-Qayyim, I’lam al-Muwaqqi’in, bewerkt door M. Muhyiddin Abdulhamid, Egypte 1955, I, 14 e.v.).

Wanneer de Sahaba geen uitdrukkelijke tekst in de Koran vonden, raadpleegden ze de Sunna en ontleenden daar de benodigde regel aan. De Emir al-Mu’minin legde de kwestie voor aan zijn metgezellen; degene die een hadith over dit onderwerp kende, reciteerde die en zo werd de kwestie opgelost.

Bijvoorbeeld: op een dag kwam een grootmoeder bij Abu Bakr (r.a.) en vroeg om een erfenis van de zoon van haar overleden dochter. Abu Bakr (r.a.) zei dat hij geen vers in de Koran kende dat hierover sprak. Toen wendde hij zich tot de Sahaba en zei:

„Is er iemand onder jullie die weet welke uitspraak de Profeet (vrede zij met hem) over zo’n kwestie heeft gedaan?“

zei. Mugîra b. Şu’be,

„Ik herinner me dat de Profeet (vrede zij met hem) de grootmoeder een zesde deel van de erfenis schonk.“

zei. Aboe Bakr (r.a.),

„Is er nog iemand die dit weet?“

Vervolgens vroeg hij: „Is er nog iemand die dit kan bevestigen?“ Toen een andere metgezel van de Profeet dit bevestigde, erkende hij het recht van deze oma op een zesde (1/6) van de erfenis. Later, tijdens het bewind van Omar ibn al-Khattab, kwam de oma haar aandeel opeisen. Omar ibn al-Khattab zei toen:

„Ik weet niet dat er in de Koran een aparte aandeel voor jou is vastgelegd; dit aandeel is een zesde (1/6) voor jullie beiden.“

zei hij.

De Sahaba (gezellen van de Profeet) deden ijtihad (eigen interpretatie van de religieuze wet) wanneer ze geen uitdrukkelijke tekst in de Koran of Sunna vonden. Dit was een methode die de Profeet (vrede zij met hem) accepteerde. Toen hij Muaz ibn Jabal naar Jemen stuurde als gouverneur, zei de Profeet (vrede zij met hem) tegen hem:

«Waarmee zul je oordelen?»

vroeg hij. Hij,

«Met het boek van Allah»



zei. De Profeet (vrede zij met hem)

«En als je het niet in het boek kunt vinden?»

zei. Ook hij

«Volgens de Sunnah van de Profeet (vrede zij met hem)»

zei hij.

«En als je het daar ook niet vindt?»

zei. Muaz,

„Ik doe ijtihad op basis van mijn eigen oordeel.“

zei hij. Daarop zei de Profeet (vrede zij met hem):

„Alles is te danken aan Allah, die Zijn boodschapper heeft laten slagen zoals Hij het gewild heeft.“

zei hij.


Met vrede en gebed…

Islam in vraag en antwoord

Schreibe einen Kommentar

Laatste Vragen

Vraag Van De Dag