Welke gebeden moeten we opzeggen voor iemand met een psychische stoornis of die door kwaadaardige wezens wordt achtervolgd?
Beste broeder,
Door zijn nauwgezetheid in geloof en aanbidding, en door niet te luisteren naar de suggesties van de duivel die de werking van toverij mogelijk maken, vermindert hij de invloed van de duivel op de mens en beschermt hij zich tegen de werking van toverij. Want de duivel doet niets anders dan bang maken, twijfelen, wurgende gedachten geven en loze beloften doen. Zoals in de Koran staat geschreven:
(An-Nisa, 4/120)
(An-Nās, 114/1-6.)
De laatste drie soera’s van de Koran, die worden voorgelezen als gebed en als toevluchtsoord tegen zichtbare en onzichtbare vijanden, zijn een remedie voor alle kwalen en (om zo te zeggen) de genezing voor alles. Daarom moet men zich met deze soera’s tot God wenden en zich ermee beschermen tegen de duisternis van de nacht, de boosheid van demonen, geesten, tovenaars en kwade gedachten.
Het heeft ook nauw te maken met de psychologische toestand van de persoon, met pessimisme, angst en twijfel. In de soera’s Al-Falaq en An-Nas wordt erop gewezen dat de mens, net als in normale situaties, zich bij het overkomen van zo’n situatie alleen tot Allah moet wenden. Zoals immers in de Koran staat,
(En’am, 6/112.) zo is het gezegd.
We zien dat de mens kwetsbaar is voor allerlei gevaren, en dat hij gemakkelijk kan worden misleid door zijn vijanden, zowel geesten als mensen, door middel van glansrijke en magische woorden, of door fictieve geschriften in boeken met onbekende bedoelingen. Tegen al deze gevaren is het noodzakelijk dat hij degene die hij hoort, in Gods naam hoort, en dat hij zijn werk in Gods naam begint. Hij moet de boeken die hij leest, in Gods naam lezen, op zoek naar de waarheid, en met de intentie om de waarheid te begrijpen. Want de duivel kan geen invloed uitoefenen op zaken die in Gods naam beginnen en eindigen. De slechte bedoelingen van tovenaars en een aantal schrijvers en filosofen die mensen willen misleiden, worden alleen zo verijdeld. Anders zouden zij mensen kunnen misleiden, hun lezers of toehoorders kunnen laten meeslepen door het ritme van het verhaal en ze kunnen betoveren. De meesten die afwijken, worden immers op deze manier afgeweken. Daarom wordt in deze drie soera’s eerst aangemoedigd om te beginnen met het aanroepen van Allah, en vervolgens om bij Hem toevlucht te zoeken.
Zoals Hamdi Yazır deze soera uitvoerig heeft uitgelegd, heeft hij ook een interessante hadith overgeleverd die Kurtubi van Abu Dharr heeft overgeleverd. In deze hadith zegt de Profeet (vrede zij met hem):
(De taal van de Koran, de religie van de waarheid, X/191)
Kortom, als we in ons dagelijks leven aandacht besteden aan gebed en aanbidding, ons tot Allah wenden met gebeden en Hem op de juiste manier benaderen, dan komen we onder Zijn bescherming te staan en worden we beschermd tegen toverij, tovenaars die toverij kunnen uitvoeren en boze geesten.
Tijdens dit onderzoek ontmoette ik een medium, die ik al eerder had willen benaderen. Op aandringen van mijn vrienden vroeg ik hem om mij te onderzoeken. Hij keek in het water, riep zijn geesten op en vroeg hen of er toverij op mij was. Daarna keek hij een paar keer in het water en naar mij en vroeg hij: „Is er toverij op je?“. Toen ik antwoordde: „Nee“, vroeg hij vol nieuwsgierigheid: „Waarom zeg je dat dan?“. Toen ik zei: „Omdat ik elke dag de Koran lees en na de gebeden de sunna-gebaseerde gebeden en gebedskransen doe“, zei hij: „Dan is er geen toverij op je“.
In dit geval moet men, om genezen te worden, artsen en de geneeskunde raadplegen in plaats van tovenaars, van wie we weten dat ze contact hebben met boze geesten en ook slechte dingen doen. Bij behandelingen met gebeden moet men ook de gebeden aanwenden die de Profeet (vrede zij met hem) aanbeveelde, en de gebeden die we als voorbeelden uit de Koran hebben gegeven. Het beste is om de aanbeveling van onze Profeet (vrede zij met hem) op te volgen, die door Aisha (vrede zij met haar) is overgeleverd:
(Bukhari, Fedail-ul Kur’an, 14, Tıbb, 39)
De Profeet (vrede zij met hem) stuurde zijn zieken niet naar tovenaars voor genezing. Hij verwees hen ofwel naar de geneeskunde en stuurde hen naar artsen, ofwel naar de apotheek van de Koran en de Sunnah. Hij wilde dat zij gebruik zouden maken van universele geneeskrachten. Bovendien heeft de Allerhoogste God de Koran aangewezen als een bron van genezing voor gelovigen (Isra, 17/82) en als een remedie voor onze geestelijke problemen.
Met vrede en gebed…
Islam in vraag en antwoord