Ik zou het fijn vinden als u zou kunnen uitleggen welke rechten mijn schoonvader en schoonmoeder op mij hebben en hoe ik mij tegenover hen moet gedragen…
Beste broeder,
„Het onderhouden van familiebanden“
Zoals de uitdrukking luidt: goed zijn voor familieleden, hun rechten en plichten respecteren, hen bij elke gelegenheid materiële en geestelijke hulp bieden, hun welzijn vragen en in hun behoeften voorzien, hun zorgen delen en proberen hun problemen op te lossen.
het is opgenomen in de belangrijke religieuze plichten.
Zowel in de Koran als in vele hadiths wordt herhaaldelijk benadrukt en benadost dat men goed moet zijn voor de mensen met wie men een bloedverwantschap heeft, met name de ouders, en hen niet mag kwetsen.
Abu Burda vertelt:
Toen ik terugkeerde naar Medina, kwam Abdullah ibn Umar mij bezoeken.
„Weet je waarom ik hier ben?“
vraagde hij. Ik,
„Nee.“
zei ik. Daarop zei hij:
„Ik heb de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) horen zeggen:“
„Wie graag zijn overleden vader bezoekt, moet de vrienden van zijn vader bezoeken die nog in leven zijn.“
Mijn vader Ömer en jouw vader waren namelijk bevriend en als broers. Daarom wilde ik je graag bezoeken.
„1
Zoals voor de vader, gelden dezelfde rechten en plichten ook voor de moeder. Na de moeder komt de tante als tweede in de rangorde van verwantschap. Goed doen aan de tante heeft dezelfde waarde als goed doen aan de moeder. In dit verband willen we een voorval uit de tijd van de gelukkige generatie (Asr-i Saadet) noemen:
Volgens een overlevering van Ibn Umar kwam iemand bij de Profeet (vrede zij met hem) en zei het volgende:
„O, Boodschapper van Allah, ik heb een grote zonde begaan. Hoe moet ik boete doen om vergeven te worden?“
De Profeet vroeg:
„Heb je een moeder?“
„Nee“
Hij kreeg antwoord. Hij vroeg opnieuw:
„Heb je een tante?“
toen hij/zij zei,
„Ja, het is zo, o Boodschapper van Allah.“
zei hij. Daarop zei de Profeet:
Ga dan maar, en doe hem een plezier.
2
„Goede daden maken slechte daden goed.“
Zoals ook in de volgende koranvers staat, wordt in deze hadith aanbevolen om een goed gebaar te doen om een gepleegde zonde te vergeven.
Een ander punt dat in deze hadith wordt genoemd, is dat de tante als moeder wordt beschouwd, geestelijk gezien als een moeder wordt gezien. De zus van de moeder is immers de naaste verwant na de ouders. Daarom wordt een daad van goedheid jegens de tante, puur vanwege de bloedverwantschap, gelijkgesteld aan een daad van goedheid jegens de moeder.
Wat betreft de situatie van de Neseben-broers:
Naast de ouders is een broer of zus de naaste verwant. Ze delen veel gemeenschappelijke kenmerken, zoals dezelfde ouders, opgroeien onder hetzelfde dak en vaak dezelfde gevoelens en emoties. In tegenstelling tot andere familieleden voelt een persoon zich emotioneel verbonden met zijn broers en zussen, net als met zijn ouders. Daarom toont hij genegenheid en bescherming aan jongere broers en zussen, en respect en zorg aan oudere broers en zussen.
Zelfs iemand die zijn vader heeft verloren, beschouwt zijn oudere broer als een vaderfiguur.
Wie zijn moeder verliest, beschouwt zijn oudere zus als een moeder. De Profeet (vrede zij met hem) heeft deze waarheid zeer treffend uitgedrukt in de volgende hadith, waarin hij de rechten en plichten van oudere zussen bekendmaakt:
„De rechten die oudere broers en zussen hebben over jongere broers en zussen, zijn gelijk aan de rechten die een vader heeft over zijn kinderen.“
3
Daarom moet men zijn oudere broers en zussen beschouwen als ouders en dienovereenkomstig handelen. Net als bij ouders, is het een islamitische plicht om hun advies te volgen (zolang het niet in strijd is met de religie), hun rechten en plichten te respecteren, hen te helpen, hen te bezoeken en hun handen te kussen. Dezelfde liefde en genade tonen aan jongere broers en zussen is een plicht van menselijkheid en islam. Het beschermen en verzorgen van hen als eigen kinderen en alles doen wat mogelijk is om hun opvoeding te bevorderen, is een belangrijke dienst.
Het verbreken van het contact met broers en zussen onder het mom van bepaalde wereldse zaken,
Verwijderdheid en het verkiezen van afstand is absoluut onacceptabel gedrag. Als er gebreken zijn in hun geloof of tekortkomingen in hun islamitische leven, dan is het onze plicht om, voor zover mogelijk, te proberen deze te corrigeren en hen te helpen de waarheid en de rechtvaardigheid te omarmen. De aanbeveling van God aan de Profeet (vrede zij met hem) is duidelijk:
„Breng de boodschap eerst over aan je naaste familieleden.“
4.
Is dit goddelijke advies niet voor ons allemaal van toepassing?
Voetnoten:
1. et-Terğib ve’t-Terhîb, III/323.
2. editie, III/337.
3. İhyâ, II/219 (overgeleverd via Ibn Hibban)
4. De dichters, 26/114.
(Mehmed PAKSU, Vrouw, Huwelijk en Familie)
Met vrede en gebed…
Islam in vraag en antwoord