Beste broeder,
De taken van degenen die belastingplichtig zijn, zijn er acht. Deze zijn:
„De daden van degenen die verplicht zijn“
wordt genoemd.
1. Verplichting:
Iets dat religieus gezien verplicht is, gebaseerd op duidelijke bewijzen, wordt een ‚farz‘ genoemd.
De betekenis van de verplichting:
Wie het doet, verdient de beloning, en wie het zonder excuus niet doet, verdient de straf. Wie het ontkent, is (God verhoede) uit de religie getreden.
Fard (verplichting) is van twee soorten: fard-i ayn (individuele verplichting) en fard-i kifaya (verplichting die door een groep kan worden vervuld).
Een verplichting die elk individu moet nakomen:
Het betekent een verplichting die elke bevoegde persoon moet nakomen. Een ‚farz-ı ayn‘ (individuele verplichting) vervalt niet voor de anderen als sommigen deze verplichting nakomen; de verplichting blijft voor iedereen bestaan. Iedereen moet het doen, zoals het verrichten van gebeden en het vasten.
Fard-i kifaya:
Het betekent dat het een verplichting is voor sommige belastingplichtigen, maar niet voor anderen, zoals het gebed bij een begrafenis.
De beloning voor een ‚fard-i kifaya‘ (een plicht die door een groep mensen gezamenlijk kan worden vervuld) komt alleen toe aan degenen die deze plicht daadwerkelijk uitvoeren.
Fard-i kifaya,
Als het door geen enkele belastingplichtige wordt gedaan, zijn alle belastingplichtigen schuldig.
Zo is de begrafenisgebed bijvoorbeeld niet individueel, maar gezamenlijk verplicht voor alle aanwezigen. Als een deel van de aanwezigen het begrafenisgebed verricht, zijn de anderen van de zonde bevrijd. Zij hoeven het begrafenisgebed voor dezelfde persoon niet nogmaals te verrichten. Als echter niemand van de aanwezigen het begrafenisgebed verricht, zijn allen die aanwezig zijn zondig.
2. Verplicht:
Hoewel het niet zo zeker is als een verplichting (fard), is het wel iets wat men zou moeten doen. Zoals het verrichten van de Vitr- en feestdagen gebeden en het slachten van een offerdier.
De regel voor de Vâcib:
Wie het doet, verdient beloning, en wie het zonder excuus niet doet, verdient straf. Omdat het echter niet met absolute zekerheid vaststaat, zoals bij een verplichting (farz), wordt degene die een aanbevolen daad (wajib) ontkent, niet als afvallig beschouwd.
3. Besnijdenis:
Dit verwijst naar de daden en aanbevelingen van onze Profeet (vrede zij met hem) die geen verplichting of gebod zijn.
Sunnet wordt onderverdeeld in twee categorieën: sunnet-i muakkade en sunnet-i gayr-i muakkade.
Sunnah-i Muakkedah:
Dit wordt de sunnah genoemd, iets wat de Profeet (vrede zij met hem) vaak deed en soms ook liet varen. Zoals de sunnah-gebeden voor het ochtend-, middag- en avondgebed.
Niet-verplichte Sunnet:
Dit wordt een sunnet genoemd, iets wat de Profeet (vrede zij met hem) af en toe deed. Zoals de sunnet na de middaggebed en de eerste sunnet na het avondgebed.
Anderzijds wordt besnijdenis over het algemeen in twee categorieën onderverdeeld:
a)
Voor degenen die met religieuze praktijken bezig zijn.
„De Sunnah van de rechtgeleide“
Dit wordt sunnet genoemd. Het gebedsvoorschot, het gebed in de moskee en het gebed in groep zijn voorbeelden van dergelijke sunnets.
b)
Ook voor de dingen die ze uit gewoonte doen en die niets met religie te maken hebben.
„Sunenü’z-Zevaid“
Dit wordt sunnet genoemd. De manier waarop de Profeet (vrede zij met hem) zich kleedde, opstond en ging zitten, zijn voorbeelden van sunnet. Iemand die dit niet doet, wordt niet veroordeeld.
Wie de sunnah volgt, verdient beloning. Wie de sunnah bewust achterwege laat, verdient, zo niet straf, dan toch berisping en verwijt.
En dan is er nog het besnijdenis.
voldoende
heeft een gedeelte.
Zoals het in de laatste tien dagen van Ramadan in de moskee verblijven (itikaf) en de Taraweeh-gebeden in groep verrichten.
4. Aanbevolen:
Wat de Profeet (vrede zij met hem) soms wel en soms niet deed, wordt ‚mustahab‘ genoemd. Zoals het ochtendgebed verrichten of zes dagen vasten in de maand Shawwal na Ramadan. Möcht u meer willen weten over mustahab…
mendup
wordt ook wel genoemd.
De regel voor het aanbevolen (müstehab):
Wie het doet, verdient de beloning, wie het niet doet, mist de beloning.
5. Toegestaan:
Het is iets waartoe de persoon die de plicht heeft, vrij is om het wel of niet te doen. Zoals het eten en drinken van toegestane dingen, zitten, lopen en slapen.
De regel voor wat toegestaan is:
Wie het doet, verdient geen verdienste, en wie het niet doet, begaat geen zonde.
6. Haram:
Het is iets wat religieus gezien absoluut verboden is, zoals blijkt uit duidelijke bewijzen. Voorbeelden hiervan zijn moord, diefstal, ongehoorzaamheid aan ouders en het drinken van alcohol.
De uitspraak over haram:
Wie iets haram (verboden) doet, zondigt; wie het vermijdt, verdient beloning. Wie iets haram als halal beschouwt, verlaat de religie.
7. Onwenselijk:
Het is iets wat niet gedaan moet worden, hoewel het niet zo zeker is als iets dat verboden is (haram), wat betreft het bewijs.
Het wordt onderverdeeld in twee delen: makruh (afgeraden) en tahrimi (streng afgeraden) en tenzihi (aanbevolen om te vermijden).
Verboden (uit voorzorg)
Wat dicht bij het verbod staat, is verwerpelijk. Het nalaten van een verplichte daad is een verwerpelijke daad van de hoogste graad.
Tenzihenlijk afgekeurd:
Wat dicht bij het toegestane ligt, is makruh (onbegeerlijk). Het niet doen van sunnet en mustahab (aanbevolen) zaken valt onder deze categorie van makruh. Het doen van iets dat tenzihen makruh is, brengt geen straf met zich mee, maar het is beter om het niet te doen.
8. De corrupte:
Het is iets dat een begonnen gebed verstoort. Zoals praten tijdens het gebed, of bewust eten en drinken tijdens het vasten.
Met vrede en gebed…
Islam in vraag en antwoord