– Op uw website staat dat Ghaazali Ibn Sina heeft afgewezen (als ongelovig heeft bestempeld) vanwege bepaalde zaken.
– Ik heb gehoord dat men beweert dat Ibn Sina de ideeën die Ghaazali hem toeschrijft, niet heeft gezegd of aangenomen. Kunt u aangeven waar deze uitspraken van Ibn Sina te vinden zijn?
– Ik wil graag weten of deze uitspraken hem ten onrechte worden toegeschreven, of dat hij ze daadwerkelijk heeft gedaan.
– Ik zou het op prijs stellen als u zou onderzoeken en aangeven in welke boeken en welke passages van Ibn Sina deze betekenis voorkomt.
– In welk werk van Ibn Sina kunnen we de gedachte vinden die Said Nursi aan Ibn Sina toeschrijft: „Het hoogste doel van de mensheid is ‚teşebbüh-ü bilvâcib‘, dat wil zeggen, het nabootsen van de Vâcibü’l-Vücuda“?
Beste broeder,
Ghazali’s belangrijkste kritiekpunten op Ibn Sina:
God, het noodzakelijke Bestaan, kent het particuliere op een universele manier. Dat wil zeggen, Hij kent de details en het particuliere niet direct. Volgens hem is God in wezen verstand. Hij is het „Ene“, dat niet uit materie en vorm bestaat.
– Necat, onder redactie van Macit Fahri, uitgegeven door Darü’l-Afaki’l-Cedide, Beiroet 1985, blz. 280;
– Tekenen en waarschuwingen, vert.: Ali Durusoy-Muhittin Macit-Ekrem Demirli, Litera Yay., Istanbul 2005, blz. 352;
– Kitabu’ş-Şifa-Metafysica II, vert. Ekrem Demirli-Ömer Türker, Litera Yay., Istanbul 2005, blz. 102.
Dit betekent dat men de absolute kennis van God ontkent en hem onwetendheid toeschrijft. De identiteit van de rede met de goddelijke essentie maakt leren en evolutie voor God mogelijk en ontkent zijn perfectie.
Hij zegt dat er geen redenering mogelijk is over het al dan niet lichamelijk zijn van de wederopstanding, dat het alleen maar een kwestie van geloof is. Daarnaast beschouwt hij een geestelijke wederopstanding als de werkelijke betekenis van de wederopstanding.
Hij bekritiseert dit door te zeggen dat de wederopstanding letterlijk met het lichaam zal plaatsvinden.
Hij stelt verder dat de lichamelijke wederopstanding een metafoor is die de profeten aan het volk hebben verteld, en dat de werkelijke wederopstanding de geestelijke wederopstanding is.
Dit betekent dat de profeten de waarheid hebben verzwegen.
Hij beschouwt de kennis van de openbaring, die de essentie van het profetenchap is, als een contact dat tot stand komt via de actieve geest, de verworven geest (al-akl al-mustafad). Profeten realiseren dit contact met behulp van de kracht van profetie die ze bezitten, en ze hebben ook het vermogen om wonderen te verrichten. Filosofen daarentegen bereiken deze kennis door middel van waarneming, geheugen en redenering.
vindt deze gedachte echter duidelijk in strijd met islamitische concepten als profetie, wonderen en de engel Gabriël, die de openbaringen overbrengt.
De verklaringen met betrekking tot het onderwerp, die aan het einde van de vraag worden genoemd, luiden als volgt:
Wie zowel praktische deugden als theoretische wijsheid bezit, is gelukkig. En wie daarbovenop ook nog profetische eigenschappen verwerft, wordt bijna een menselijke god, en het is bijna alsof het toegestaan is om hem na God te aanbidden; hij is de sultan van de wereld, de plaatsverdrager van God op aarde.”
Klik hier voor meer informatie:
Met vrede en gebed…
Islam in vraag en antwoord