
Beste broeder,
Eigenlijk vanwege wat ze hebben gedaan en wat ze hebben gecreëerd.
„Niemand kan Allah ter verantwoording roepen.“
(De Profeten, 21/23)
Maar wij, als mensen, moeten, zoals in elk ander aspect van het leven, ook in deze kwestie handelen zoals de profeet Ibrahim (vrede zij met hem).
„dat ons hart tevreden is“
(Al-Baqara, 2/260)
willen we. Daarom rijst onwillekeurig de volgende vraag:
– Waarom heeft God dan de duivel en het kwaad geschapen en ons ermee lastiggevallen?
– Is het niet zo dat het scheppen van kwaad, kwaad is, en het scheppen van onheil, onheil is?
Laten we meteen stellen dat het scheppen van kwaad geen kwaad is; het plegen van kwaad is kwaad.
Want God schept iets niet om het kwaad te laten zijn, maar om het goed te laten zijn. Wat God goed schept, maken wij tot kwaad. Het vuur is bijvoorbeeld een goed voorbeeld: de duivel is uit vuur geschapen. Het scheppen van vuur is geen kwaad, maar het aanraken ervan is wel. Als de mens het vuur onder controle houdt, profiteert hij ervan; anders leidt het tot schade.
Een ander voorbeeld is regen. De komst van regen heeft duizenden gevolgen, en ze zijn allemaal goed. Als sommigen schade ondervinden van de regen door hun onvoorzichtigheid,
„Het ontstaan van regen is geen genade.“
kunnen ze niet zeggen en
„is kwaad“
kunnen ze niet bepalen.
God heeft engelen geschapen die niet in staat zijn zonde te begaan, en dieren die geen verantwoordelijkheid dragen. Naast deze twee schepselen heeft Hij de mens geschapen, een wezen dat zowel de engelen kan overtreffen in perfectie als de dieren in onwetendheid kan overtreffen in slechtheid. Op dit punt is de duivel de kans gegeven om de mens te beproeven, en de mens is een ego gegeven dat hem tot het slechte drijft.
De wereld is de akker van het hiernamaals.
Zowel de hemel als de hel, de twee bestemmingen in het hiernamaals, zullen de vrucht zijn van iemands geloof en daden. Daarom is de mensheid onderworpen aan een proef.
Mensen die hun leven in geloof en goede daden doorbrengen en al hun zaken op de juiste manier uitvoeren, verdienen een waardevolle plaats in de hemel.
Wie een andere weg inslaat, zal in de hel terechtkomen.
Als de mens zijn eigen ego niet volgt en niet naar de duivel luistert, kan hij geestelijk vooruitgang boeken en een hogere positie bereiken dan de engelen. Andersom kan hij, door het tegendeel te doen, lager vallen dan de dieren.
Zoals bekend, is de basis van zowel diamant als steenkool koolstof. Echter, door een verschil in structuur is het een diamant en het ander steenkool geworden. Op dezelfde manier is de basis van alle mensen gelijk. Alle mensen zijn uitgerust met dezelfde materiële en spirituele middelen. Maar door het juiste of verkeerde gebruik ervan, is het verschil tussen mensen ontstaan en is er in de maatschappij naast mensen met een diamantgeest ook mensen met een steenkoolgeest verschenen.
Een ander aspect van de zaak is dit: net zoals iemand zichzelf schaadt door de duivel te volgen,
„Wie de oorzaak is, is gelijk aan het gevolg.“
Volgens de regel neemt de duivel hierbij ook een grote verantwoordelijkheid op zich en vergroot hij zijn straf in de hel. De kans die hij zelf vraagt om mensen te misleiden, zal hem te paaien en hij zal een veelvoud van de straf van degenen die hij van het rechte pad heeft afgewend, zelf moeten ondergaan.
God had de duivel deze kans kunnen onthouden. Dan zou de menselijke natuur zijn taak hebben overgenomen. Het resultaat zou hetzelfde zijn geweest. Door de duivel de kans te krijgen om mensen te verleiden, heeft hij zelf grote schade geleden en, zo mag men zeggen, de straf voor zijn arrogantie gekregen.
Met vrede en gebed…
Islam in vraag en antwoord