Waarom heeft God ons niet de eigenschappen gegeven die in de verzen 19:12-14 van de Koran (Meryem) worden genoemd, namelijk wijsheid, zachtmoedigheid en reinheid van ziel, die Hij aan de profeet gaf toen hij nog een kind was? Wat moeten we doen om deze eigenschappen te verwerven?

Antwoord

Beste broeder,


Allah,

Ieder mens is met de aanleg, het verlangen en de wil geboren om in God te geloven en Hem te kennen. Met andere woorden, de kracht van geloof en de liefde voor aanbidding zijn van nature in de menselijke natuur aanwezig. Echter, vanaf jonge leeftijd vormen mensen hun persoonlijkheid aan de hand van hun omgeving, de opvoeding van hun ouders en de bezigheden waaraan ze zich wijden.

De Profeet Mohammed (vrede zij met hem),


„Iedereen wordt geboren met een zuivere natuur. Zijn ouders maken hem tot Jood, Christiaan of Zoroastrian…“


(Bukhari, cenâiz 92; Abu Dawud, sünne 17; Tirmidhi, kader 5)

Door dit te zeggen, herinnert Hij eraan dat de opleiding en het onderwijs die iemand ontvangt, van invloed zijn op de vorming van zijn geloof. Het belangrijkste is dat de mens, in overeenstemming met zijn oorspronkelijke, zuivere en onberuchte natuur, zijn wil inzet om God te kennen en Hem te aanbidden, en daarin standvastig is.

De uitspraak dat God wie Hij wil verdwaalt en wie Hij wil tot de rechte weg leidt, is een algemene uitspraak die verwijst naar Gods absolute soevereiniteit. God is degene die oordeelt over wat leiding en wat verdorvenheid is. Als iemand met zijn eigen wil en besluitvorming leiding wenst, dan zal God over hem oordelen met leiding. Maar als iemand het kwaad kiest en wenst, dan stemt hij ermee in dat verdorvenheid of kwaad over hem wordt gebracht.

Zoals God de mens een hart geeft met liefde voor geloof en mededogen, zo is er in de menselijke natuur ook een neiging tot kwaad en onrecht. De verantwoordelijkheid van de mens begint bij de keuze tussen goed en kwaad, tussen verlichting en dwaasheid. Hoe meer de mens zich tot het goede richt, hoe meer God het goede vermenigvuldigt, wat uiteindelijk tot verlichting leidt.

In absolute zin is het dan ook God die deze leiding schept. Maar naarmate de mens zich tot het kwaad wendt, raakt hij steeds meer verdwaald in een steeds grotere afwijking/dwaling.

Ook hier wordt, afhankelijk van de wens en de keuze van de mens, afwijking van de rechte leer gecreëerd.

Zoals in het voorbeeld van de profeet Yahya (vrede zij met hem), verschilt de positie van de profeten tijdens dit proces van onderwijs en leren van die van andere mensen. Omdat God besloten had hen als profeet te kiezen, vonden hun opvoeding en opleiding plaats onder de bescherming en waakzaamheid van de Allerhoogste God.

Maar de profeet Yahya (vrede zij met hem) heeft de gaven en eigenschappen die hij bezat op de mooiste manier gebruikt, in overeenstemming met de wil van God. In dit opzicht kan elke jongere de profeet Yahya als voorbeeld nemen. Dus,




‚O Jaja, grijp de Schrift met al je kracht vast.‘

„Wij zeiden: Wij hebben hem al in zijn kindertijd wijsheid (kennis en verstand) gegeven. En Wij hebben hem uit Onze eigen genade een zacht hart, een barmhartig hart en reinheid geschonken. Hij was al (zonde en slechtheid) ontwijkend en behandelde zijn ouders zeer goed; hij was geen tirannieke en opstandige persoon.”


(Meryem, 19/12-14)

kan streven naar het bereiken van de eigenschappen die in de verzen worden beschreven.

Shawkānī beschreef de wijsheid die de profeet Yahya (vrede zij met hem) al als kind bezat,

„het vermogen om de bijbel, die hij nauwlettend moet volgen, te begrijpen en de religieuze voorschriften te doorgronden“

zoals volgt uitgelegd en naar hetzelfde woord verwezen

„wetenschap, het in praktijk brengen van wat men weet, profetie, verstand“

Hij heeft ook aangegeven dat er betekenissen zoals die worden gegeven.

(zie Shawkani, Fethu’l-Qadir, uitleg van de betreffende verzen)

Allah heeft Johannes (vrede zij met hem) met een zuivere natuur geschapen. Hij was buitengewoon mededogend tegenover de mensen, eerbiedig tegenover God, toegewijd aan zijn religie, goed voor zijn ouders, zorgde voor de rechten van anderen en was ver verwijderd van slechte eigenschappen zoals tirannie en rebellie. Zoals in een andere aya wordt gezegd, was hij een zuivere, edelmoedige en rechtvaardige profeet die het boek van God bevestigde.

(Al-Imran, 3/39; zie De Weg van de Koran, Commissie, Interpretatie van de betreffende verzen)

Vanwege deze mooie eigenschappen die genoemd en beschreven zijn, heeft Yahya (as) de lof van God ontvangen en is hem beloofd dat Gods genade bij hem zal zijn in al deze situaties: bij zijn komst in de wereld, bij zijn vertrek uit de wereld en bij zijn opstaan uit het graf op de dag des oordeels.

(Maria, 19/15)


Lessen en waarschuwingen uit deze verzen:

Zoals bekend is profetenchap geen beroep dat men door studie, werk, inspanning en eigen inzicht kan verwerven. Het is een grote genade van God, die wie Hij wil uitkiest en het schenkt.

Profeet Yahya stond op een niveau dat tot de dag van de wederopstanding een voorbeeld zou zijn voor alle jongeren.

De Koran somt zeven belangrijke eigenschappen van deze heilige profeet op en begroet hem met een goddelijke groet:


1.

Hij las en leerde de Thora op een leeftijd dat hij nog als kind kon worden beschouwd, en zoals de Koran het uitdrukt:

„een stevige knuffel“

hij/zij is door hem/haar geïnspireerd.

Dit inspireert om kinderen al op jonge leeftijd de Koran te leren, en adviseert om zo een stevige basis in hun hart en geest te creëren voor de kinderen die later een bijdrage aan de samenleving moeten leveren.


2.

Ook hem werd al op jonge leeftijd goddelijke kennis en wijsheid geschonken, waardoor hij de kans kreeg om op te groeien tot een bijzondere jongeman die weinig sprak, maar die wel parels van kennis en wijsheid verspreidde.

Dit inspireert ons om kinderen al op jonge leeftijd te leren praten en denken op een goede manier, en herinnert ouders eraan om voorzichtig te zijn met hun taalgebruik en gedrag in de buurt van hun kinderen. Omdat een kind vaak een kopie van zijn ouders is.


3.

Mededogen, barmhartigheid en een zacht hart waren onveranderlijke eigenschappen van de profeet Johannes (vrede zij met hem), en het oprecht verlangen dat mensen de juiste weg zouden vinden, maakte deel uit van zijn karakter.

Dit inspireert om een kind al op jonge leeftijd te voorzien van liefde voor de mensheid, op te voeden met een gevoel van weldadigheid; om het bij elke gelegenheid te beschermen tegen grofheid, ruwheid, het lastigvallen en kwetsen van anderen, en om voortdurend de gevoelens van mededogen te ontwikkelen en het te leiden naar iets beters en mooier.


4.

Hij is geschapen met een karakter dat binnen en buiten overeenkomt; hij behoort tot de gelukkigen die weten hoe ze zichzelf moeten beschermen tegen zonde en rebellie, en die de sluier van kuisheid en eer vrijhouden van alle soorten vuil en vlekken.

Dit inspireert ons om kinderen en jongeren bij elke gelegenheid te leren kennen met de zegeningen van een eerbaar en zuiver leven, en hen te laten zien wat het hen oplevert; het herinnert ons eraan dat we met voorbeelden moeten proberen te benadrukken dat verloren geld en positie niets zijn, maar verloren eer en zuiverheid alles zijn.


5.

Hij heeft het geluk bereikt om een van de gelukkige en volmaakte mensen te zijn die Allah in elk moment vrezen, hun hoop op Hem richten en zich in dit geloof van het kwaad afkeren.

Dit pleit ervoor om kinderen en jongeren, zolang ze nog in de religieuze en morele smeltkroes gevormd kunnen worden, te voorzien van religieuze cultuur en hen uit te rusten met mooie en nuttige kennis.


6.

Hij heeft altijd goed voor zijn ouders gezorgd, heeft er alles aan gedaan om hen niet te teleurstellen en heeft hun zegeningen ontvangen.

Dit vestigt onze aandacht op het feit dat er onverbrekelijke banden bestaan tussen een kind en zijn ouders, en op het belang van het opvoeden van het kind met ouderlijke liefde en het leren van manieren om respectvol met hen om te gaan.



7.

Ruwe woorden en gedragingen, zoals pesten en opstand, kwamen in zijn buurt niet voor.

Dit pleit ervoor om het kind bij elke gelegenheid te leren beleefd, beschaafd, vriendelijk en met fijne gevoelens en attent zijn; het dringt er bij mensen op in dat het beleefde gedrag en de beleefde woorden van de ouders het mooiste model en voorbeeld voor het kind zijn.

Zoals te zien is, worden er verschillende fasen uit het leven van profeet Yahya (vrede zij met hem) beschreven, waarbij gelovigen veel richtinggevende boodschappen krijgen en veel voorbeelden worden getoond waaruit ze les kunnen trekken.


Iedereen kent drie gevaarlijke periodes in zijn leven:



1.

Op het moment dat hij geboren werd en zijn ogen op de wereld opende,



2.

Op de dag dat hij afscheid nam van zijn vrienden, kennissen en familieleden en overleed,



3.

De dag dat hij uit zijn graf zal opstaan…

In die zin kunnen we zeggen dat elk mens dat de wereld betreedt, vergeleken kan worden met een pijl. Hij wordt op de boog van de ouders geplaatst en afgeschoten, naar een doelwit of naar een willekeurige plek. Laten we niet vergeten dat een kind de kleur en het karakter aanneemt van de plek waar het terechtkomt. Elk kind dat de ogen opent voor de wereld, wordt met zo’n gevaar geconfronteerd. Als de ouders bewust zijn en de pijl naar een nuttig doelwit richten, wordt het gevaar overwonnen. Als ze willekeurig schieten, kan het kind in slechte handen vallen en in hun vuurmolen veranderen tot een moeilijk te corrigeren figuur.

Bij de geboorte van profeet Yahya (vrede zij met hem) heeft God hem een sfeer van vrede en zegeningen geschonken en hem vanuit Zijn eigen wil gezegend, waardoor Hij hem tot een hoogstaande positie heeft verheven. Want ook zijn ouders waren van een dergelijke overtuiging.

De dood is de tweede fase, en ieder mens sterft in de staat waarin hij leeft. Uitgezonderd zijn degenen die door God beschermd worden… Profeet Yahya (vrede zij met hem) is een van die uitzonderingen. Hij stierf gezegend met de goddelijke vrede, en gaf zijn ziel over aan de Heer der Werelden, omringd door de vredevolle wensen van de engelen.

Deze periode is dan ook van cruciaal belang. We weten niet wanneer de dood ons zal overvallen of ons bij de nek zal grijpen. Daarom moeten we altijd voorbereid zijn op de dood en onze voorraad voor het hiernamaals voor ogen houden.

Bij de opstanding uit de graven zal iedereen verbaasd en ongerust zijn, behalve degenen die door God beschermd en gerustgesteld zijn… Profeet Yahya (vrede zij met hem) is een van die uitzonderingen. Want Hij is degene die de belofte van veiligheid van God heeft ontvangen.

Hallo

De eigenschap van geloof is zijn enige steun in deze wereld, in het graf en in het hiernamaals. Om deze goddelijke steun te verdienen, moet men vóór de dood in Allah geloven.

Hallo

Onder de zegeningen van die eigenschap moeten we met de gelovigen samensmelten, hen begroeten en alles doen wat we kunnen om de veiligheid van al onze geloofsgenoten te waarborgen.

(zie Celal YILDIRIM, De Koran-interpretatie van de Eeuw in het Licht van de Wetenschap, Interpretatie van de betreffende verzen)


Klik hier voor meer informatie:



– Hoe kan het feit dat profeten onfeilbaar zijn, worden verklaard, terwijl anderen juist zo geschapen zijn dat ze zonden kunnen begaan?



– Zijn profeten geboren met een aangeboren profetische aanleg?


Met vrede en gebed…

Islam in vraag en antwoord

Laatste Vragen

Vraag Van De Dag