Kunt u de mededogen van onze profeet voor dieren uitleggen?

Peygamberimizin hayvanlara olan merhametini açıklar mısınız?
Antwoord

Beste broeder,

Onze heilige religie, de Islam, verkondigt dat alles in het universum in evenwicht is geschapen. Het evenwicht dat in alle schepselen in het universum te zien is, is een teken en bewijs van het bestaan van God. Een van de belangrijkste elementen die het ecologische evenwicht in het universum in stand houden, zijn dieren. De Koran beschouwt dieren, belangrijke leden van het ecologische systeem, als…

„Ummet“

wordt het zo genoemd. In vers 38 van Soera Al-An’am staat:


“De dieren die op aarde lopen en

(aan de hemel)



Alle vliegen met twee vleugels zijn slechts een gemeenschap zoals jullie. Wij hebben niets in dat boek achterwege gelaten. Eindelijk.

(alle)

zullen ze verzameld worden en voor hun Heer worden gebracht.”

Zoals in de heilige Koran staat beschreven. In deze Koranvers wordt verklaard dat alle levende wezens op aarde, net als mensen, een soort zijn, en dat alle levende wezens, van eencellige organismen tot gewervelden, reptielen, loopdieren en vliegende dieren, afzonderlijke entiteiten zijn.

Alles wat God geschapen heeft, is mooi en geschapen uit Zijn oneindige liefde. Deze waarheid wordt in de Koran als volgt uitgedrukt:


„Hij die alles wat Hij geschapen heeft, mooi heeft geschapen.“

(1)


„En Hij heeft ook de dieren geschapen.“

(2)

Alle levende en levenloze schepselen prijzen Allah op hun eigen manier. In de eerste aya van Soera Al-Jumu’ah staat:


“De zeven hemelen, de aarde en alles wat daarin is”

(iedereen)

Alles wat in de hemelen en op aarde is, prijst Hem. Allah, de Eigenaar van het Koninkrijk, is verheven boven gebreken, machtig en wijs.”

Van de mens, het meest eerbare en hoogwaardige wezen dat is geschapen, wordt verwacht dat hij met mededogen en genade omgaat met elk wezen dat God verheerlijkt.

De Profeet Mohammed (vrede zij met hem) heeft niet alleen geboden om mededogend te zijn tegenover mensen, maar ook tegenover alle levende wezens. In een hadith staat het volgende:


“De Barmhartige God is barmhartig met de barmhartigen. Wees barmhartig met wie op aarde zijn, zodat degenen in de hemel ook barmhartig met u zullen zijn. Barmhartigheid is een tak van de naam Al-Rahman; wie de banden niet verbreekt en de verbondenheid niet verstoort, zal door God in Zijn barmhartigheid worden opgenomen. Wie de banden verbreekt, zal door God van Zijn barmhartigheid verstoten worden.”

(3)

Zoals in de hadith staat

„aan degenen die ter plaatse zijn“

De term omvat alle soorten levende wezens.

De invloed van dit advies van de Profeet Mohammed (vrede zij met hem) op moslims door de geschiedenis heen is duidelijk zichtbaar. Moslims die zich naar dit advies van de Profeet Mohammed (vrede zij met hem) gedroegen, hebben altijd met mededogen en tolerantie naar alle levende wezens gekeken. Ook dieren hebben deel gehad aan deze beschaving van mededogen, liefde en tolerantie.

De grote mens en volksdichter Yunus Emre

„Heb de schepping lief, omwille van de Schepper.“

Deze uitspraak vat op zeer bondige wijze de houding van onze voorouders ten opzichte van hun omgeving en alle levende wezens die in die omgeving leefden, samen.

Onze voorouders toonden hun liefde en mededogen voor dieren door…

dierenziekenhuizen, vogelpensionen, vogelziekenhuizen

en hebben ze dit aangetoond door verschillende stichtingen op te richten die zich richten op dierenbescherming.

De Profeet (vrede zij met hem) vertelde de metgezellen het volgende verhaal, waarin hij aangaf dat goed behandelen van dieren tot de hemel zou leiden:


“Iemand die onderweg was, kreeg dorst. Hij ging meteen naar een put en dronk water. Toen hij uit de put kwam, zag hij een hond die met zijn tong uit zijn bek lag te hijgen en de vochtige grond likte. De man zei tegen zichzelf: ‘Dit dier heeft net zo dorst als ik.’ en ging weer naar de put. Hij vulde zijn schoen met water en droeg het met zijn mond naar boven om de hond te laten drinken. God heeft deze dienaar geprezen en zijn zonden vergeven.”

Hierop zeiden de metgezellen:

„Worden wij ook beloond voor het water geven aan dieren?“

Vroegen ze. De Profeet (vrede zij met hem):

„Het is een goede daad om elk levend wezen te voorzien van water.“

heeft bevolen.(4)

De Profeet Mohammed (vrede zij met hem) verklaarde dat het slecht behandelen van dieren de mens naar de hel zou brengen:


„Een vrouw ging naar de hel vanwege een kat die ze niet had losgelaten om te eten en die ze niet had laten eten door ongedierte.“

heeft bevolen.(5)

De islam verbiedt niet alleen het martelen van mensen, maar ook het mishandelen en martelen van dieren. De geliefde Profeet (vrede zij met hem)

„Dat God op de dag des oordeels rekenschap zal eisen van degene die een spreeuw onrechtmatig heeft gedood…“,

(6) heeft gemeld;

„Dat de nesten van de vogels niet worden verstoord en dat de eieren en jonge vogels niet worden weggehaald.“

(7) heeft bevolen.

In een van de brieven die Omar ibn Abdulaziz tijdens zijn kalifaat aan zijn gouverneurs stuurde, vroeg hij om te voorkomen dat paarden tevergeefs werden gejaagd en gemarteld, om dergelijke praktijken te stoppen, om te voorkomen dat paarden zware harnassen droegen en om te voorkomen dat ze werden gemarteld met hoofdstellen met ijzeren onderdelen. Deze instructie van Omar ibn Abdulaziz is een zeer belangrijk historisch voorbeeld van de bescherming van dierenrechten.

We beschikken over informatie die aantoont dat de rechten van dieren ook in het gewoonterecht van de Ottomanen werden beschermd en dat er sancties werden opgelegd aan overtreders.

Kortom, de islam beveelt dat dieren liefdevol behandeld moeten worden, dat ze in werkzaamheden worden ingezet die passen bij hun natuurlijke aard, dat ze niet met meer last worden belast dan ze aankunnen, dat ze op tijd te eten krijgen, dat ze niet geslagen mogen worden en dat ze behandeld moeten worden als ze ziek zijn.



Voetnoten:

1. Prostratie, 32/7.

2. Nahl, 16/5.

3. Muslim, Birr en Sıla, 23; Tirmizi, Birr, 16.

4. Boekhari, Enbiya, 54.

5. Buhari, Bed’ül-Halk 17.

6. Nesâi, Dahâyâ, 43.

7. Al-Bukhari. Adab al-Mufredd, 139.


Met vrede en gebed…

Islam in vraag en antwoord

Laatste Vragen

Vraag Van De Dag