– In vers 26 van de soera Al-Jinn staat dat alleen Allah de verborgen zaken kent en dat Hij de profeet zoveel van die zaken zal laten weten als Hij wil…
– Hoe kunnen we, uitgaande van dit vers, tot de conclusie komen dat zelfs heiligen het kunnen weten?
– De aya gebruikt alleen de term „profeet“. Profeet en heilige zijn niet hetzelfde.
Beste broeder,
„Hij kent het onzichtbare. Hij openbaart Zijn onzichtbare kennis aan niemand, behalve aan de door Hem uitgekozen boodschappers.“
(Hij/Zij stelt hen hiervan op de hoogte.)
…“
(Cin, 72/26 en 27)
Alleen God kent het onzichtbare, behalve de boodschapper die Hij daarvoor heeft uitgekozen en die Hij tevreden stelt.
-inclusief de djinns-
Er is gezegd dat Hij aan niemand informatie heeft gegeven. Met de door God gekozen en gezegende boodschapper worden de profeten bedoeld, en de kennis van het verborgen die Hij hen heeft gegeven, zijn goddelijke openbaringen en berichten, wat ook hun profetenstatus aantoont. Zo is de Koran, die veel informatie over gebeurtenissen op de dag des oordeels en in het hiernamaals bevat, aan de Profeet Mohammed (vrede zij met hem) geopenbaard. In het werk van Shawkani wordt vermeld dat naast de Koran en openbaringen, de Profeet Mohammed (vrede zij met hem) ook andere kennis van het verborgen, zoals over de fitna (proef en beproeving), heeft ontvangen, en dat de aya (vers) hier ook naar verwijst.
Wat betreft de volmaakte geestelijke leiders die de weg van de Profeet bewandelen:
God opent ook voor hen, via het licht van de profetie van de Profeet (vrede zij met hem), enkele deuren van het verborgen. Wij noemen dit
«mirakel»
zeggen wij. Zoals de geleerden van de Ahl-i Sunnet ook zeggen,
„Wij geloven in de wonderen van de heiligen.“
De Mu’tezilieten verwerpen dit echter. De geleerden van de Ahl-i Sunnet hebben in deze kwestie de volgende hadiths als argument gebruikt:
„Voorwaar, in de gemeenschappen vóór jullie waren er mensen die geïnspireerd waren, maar geen profeten. Als er in mijn gemeenschap iemand is die zo geïnspireerd is, dan is het ongetwijfeld Omar, de zoon van al-Khattab.“
(Sahîh-i Buhari, Lübabu’t-te’vîl: IV/317)
„Er waren inderdaad mensen die geïnspireerd waren in de gemeenschappen vóór jullie. Als er in mijn gemeenschap zulke mensen waren…“
(zoals zij)
Als er iemand is, dan is het ongetwijfeld Omar ibn al-Khattab.
(Sahîh-i Müslim, Lübabu’t-te’vîl: IV/318)
Klik hier voor meer informatie:
– Kan God de verborgen zaken aan wie Hij wil openbaren? Kun je dit met verzen bewijzen?
– Kunnen heiligen de toekomst voorspellen?
Met vrede en gebed…
Islam in vraag en antwoord