– Zijn er geen duidelijke verzen over dit onderwerp?
– Bestaat er een islamitische stroming die zo’n standpunt aanhangt?
Beste broeder,
a)
Het geloof dat iemand die met geloof sterft, zeker niet in de hel terecht zal komen, is geen onderdeel van de Ahl-i Sunnet-leer.
b)
Iemand die met geloof in de grafstomp gaat,
Zelfs als hij in de hel terechtkomt, zal hij er uiteindelijk uitkomen en in de hemel terechtkomen.
c)
De denkwijze die in de vraag wordt genoemd, behoort tot een van de stromingen die niet tot de Ahl-i Sunnet behoren.
De Mürcietische stroming
Deze denkwijze is te herleiden tot een reactie op de Kharijieten en de Mu’tazilieten.
De buitenstaanders,
terwijl hij zegt dat wie een zware zonde begaat, een ongelovige is,
Mutezile
dat ze noch gelovig, noch ongelovig zijn, maar juist
tussen de twee menziles
hij beweerde dat het ergens was.
In een omgeving waar deze twee verschillende overtuigingen wijdverbreid zijn, is het zo dat, net als bij ongeloof, gehoorzaamheid bij de Murji’ieten geen nut heeft.
dat zonde geen kwaad kan doen in combinatie met geloof
Hij/Zij verdedigde zijn/haar stelling met klem.
d)
Sommigen hebben de volgende definitie van Mürcie gegeven:
“Mürcie:
„Zij zijn het die hun zonden niet uitstellen tot Allah, en die zeggen dat de gelovigen vergeven zijn en naar de hemel gaan.”
(zie Abu Bakr al-Hallal, Masâil, v. 106a)
De persoon die in de vraag wordt genoemd, past precies bij deze beschrijving.
e)
Dit idee is volkomen in strijd met de Koran en de Sunna. Want in de Koran en in authentieke hadiths staat duidelijk dat gelovigen, die met geloof sterven, ook in de hel kunnen terechtkomen.
Het volstaat hier om deze twee verzen te herinneren:
“Weet je niet dat de heerschappij over de hemelen en de aarde aan Allah toebehoort? Hij bestraft wie Hij wil en vergeeft wie Hij wil; want Allah is tot alles in staat.”
(Midde, 5/40)
„God zal de ongelovigen en degenen die de weg van God verhinderen, die dan ook als ongelovigen sterven, zekerlijk nooit vergeven.“
(Mohammed, 47/34)
– Laten we er eens goed over nadenken: In de Maida-soera staat…
„God bestraft wie Hij wil en vergeeft wie Hij wil.“
Uit deze uitspraak blijkt dat in het hiernamaals sommigen gestraft zullen worden, terwijl anderen, ondanks hun schuld, vergeven zullen worden. (Uit de Koran, Soera Mohammed)
„God zal degenen die als ongelovigen sterven, nooit vergeven.“
Uit de vertaling blijkt dat God degenen die als ongelovigen sterven, nooit zal vergeven. De personen die in Soera Al-Maidah genoemd worden, zijn dus geen ongelovigen. Want Soera Muhammad sluit dat uit.
Dus,
Degenen van hen die worden vergeven en degenen die worden gestraft, zijn niemand anders dan de gelovigen.
Inderdaad,
„God zal nooit vergeven dat men Hem partners toeschrijft. Maar Hij kan andere zonden vergeven aan wie Hij wil.“
(Nisa, 4/48)
In de vertaling van de betreffende aya wordt benadrukt dat een deel van degenen die geen ongelovigen zijn, vergeven kunnen worden, en dat een deel dus niet vergeven zal worden. Dit betekent dat ook zij gelovigen zijn.
Het betekent dus niet dat je, als je met geloof sterft, niet meer gestraft zult worden.
– Evenzo, van de profeet Abraham:
„Ik hoop dat mijn Heer mijn zonden zal vergeven op de Dag des Oordeels.“
(As-Sjo’ara, 26/82)
De uitdrukking in de vertaling van de betreffende aya is een zeer duidelijke indicatie dat zonden zelfs na het sterven met geloof in de graf niet vergeven kunnen worden;
omdat het onmogelijk is om vergeving te krijgen voor degenen die zonder geloof binnengaan.
– Het is echter noodzakelijk om degenen die in de vraag genoemd worden te helpen de waarheid te begrijpen, zonder hen als ketter te bestempelen. Degenen die dergelijke gedachten hebben, worden vanuit geloofsovertuiging gezien als aanhangers van afwijkende opvattingen (ahl-i bid’a), maar ze kunnen niet als ongelovigen worden aangemerkt.
Met vrede en gebed…
Islam in vraag en antwoord