Beste broeder,
„Het dragen van een overhemd zonder kraag is sunnah, het dragen van een overhemd met kraag is bid’ah.“
„Het is sunnet om op de grond te eten, het is bid’ah om aan een tafel te eten.“
„Op de grond zitten is sunnah, op een stoel zitten is bid’ah.“
„Het gebed zonder microfoon aanroepen is sunnah, het gebed met microfoon aanroepen is bid’ah.“
„Het dragen van een keppi en hoofddoek is sunnah, zonder hoofddeksel rondlopen is bid’ah.“
Zo worden dergelijke meningen naar voren gebracht, en vaak wordt zo zogenaamd de sunna en de bid’a erkend en geïntroduceerd…
Deze woorden zijn eigenlijk bedoeld om mensen aan te moedigen de Sunnah te volgen, een goede bedoeling dus. Degenen die het tegendeel beweren, worden beschuldigd van verzet tegen de Sunnah en van het steunen van bid’ah (verkeerde praktijken). Vervolgens beginnen de discussies en meningsverschillen, en de kwestie wordt afgesloten met vijandigheid en gekwetstheid.
Dergelijke kwesties komen soms ter sprake tussen man en vrouw, vader en zoon en broers en zussen, maar worden vaak ook besproken en gediscussieerd tussen mensen die in de islamitische dienst werkzaam zijn, wat uiteindelijk tot ongewenste situaties leidt.
De kwestie van bid’ah is onder de islamitische geleerden die het leven van de Profeet Mohammed (vrede zij met hem) hebben bestudeerd en de Sunna en Hadith hebben onderzocht, besproken, op verschillende manieren geïnterpreteerd en uiteindelijk, door middel van bepaalde definities, gecategoriseerd.
Onder de geleerden
bid’ah
is op twee verschillende manieren beschouwd: in een brede en een nauwe betekenis. Vooral degenen die bid’at in een brede betekenis beschouwen,
Imaam Shafi’i, Imaam Nawawi
Zoals Ibn Abidin en andere geleerden het in het kort omschrijven:
„Bid’at“
alles wat na de Profeet Mohammed (vrede zij met hem) is ontstaan.“
Volgens deze definitie worden ook nieuwe ideeën, praktijken en gewoonten die later zijn ontstaan, zowel op religieus gebied als in het dagelijks leven, als bid’ah beschouwd.
Deze geleerden noemen de volgende hadith als bewijs voor hun standpunt:
„Wie mijn sunnah (traditie) nieuw leven inblaast en ervoor zorgt dat mensen ernaar handelen, zal een deel van de beloning ontvangen die die mensen zullen verdienen, zonder dat de beloning van die mensen wordt verminderd. Wie een bid’ah (verzonnen religieuze praktijk) invoert en ervoor zorgt dat ernaar wordt gehandeld, zal een deel van de zonden dragen die degenen die ernaar handelen zullen dragen, zonder dat de zonden van diegenen die ernaar handelen worden verminderd.“
(Ibn Majah, Inleiding, 15)
Met deze beschrijving, van dezelfde geleerden
de bid’at
,
goed en kwaad
verdeelt hij in twee categorieën: degenen wier daden niet te veroordelen zijn
bid’at-i hasene (goede bid’at),
ook voor degenen die het niet zouden moeten doen
bid’at-i sijjie (slechte bid’at)
Ze zeggen dat het bouwen van minaretten en madrasas een goede innovatie (bid’at-i hasene) is, terwijl het aansteken van kaarsen op graven een slechte innovatie (bid’at-i seyyie) is. Volgens deze opvatting zijn de innovaties die in de hadiths worden afgekeurd, slechte innovaties.
Toen Hazrat Ömer (ra) zag dat de mensen in de Mesjid-i Nebevi de Taraweeh-gebeden in gebedsgemeenschap verrichtten,
„Wat een mooie innovatie is dit.“
en heeft hij aangemoedigd door te zeggen:
de goede innovatie
heeft hij/zij verklaard.
Bukhari, Terawih, 1)
Vooral zij die bid’at in een beperkte zin begrijpen
Imaam Malik
zijn,
Aini, Bayhaqi, Ibn Hajar al-Asqalani en Haythami, Imam Birgivi en Ibn Taymiyyah
Ook geleerden als [naam] geven de volgende definitie:
„Bid’at,
Alles wat na de Profeet Mohammed (vrede zij met hem) is ontstaan en betrekking heeft op de religie, en dat een toevoeging of afname inhoudt.
Volgens deze geleerde worden nieuwe uitvindingen die niets met de religie te maken hebben en geen religieuze kenmerken vertonen, niet als bid’ah beschouwd. In dit opzicht worden gedragingen die tot de gewoonte en traditie behoren, buiten het concept bid’ah geplaatst.
De bewijzen voor deze mening zijn de volgende hadiths:
„Het ergste van alles zijn de dingen die later bedacht zijn.“
(Muislim, Jumu’a, 43)
„Alles wat later is bedacht, is een bid’ah.“
(Ibn Majah, Inleiding, 7)
„Elke bid’ah is afwijking van de rechte leer.“
(Muislim, Jumu’a, 43)
“
Wacht u af voor zaken die in de naam van de religie later zijn ontstaan. Alles wat later is ontstaan, is inderdaad een innovatie (bid’ah), en elke innovatie is afwijking. Wat u in dit geval moet doen, is u vasthouden aan mijn Sunnah en de Sunnah van mijn kalifen, die een leidraad en richting zijn.
“
(Abu Dawud, Sunnah, 5)
Een expert in de methodologie van de islamitische jurisprudentie die dezelfde mening deelt.
al-Shatibi
dan,
bid’ah
i
‚een religieus ogende pad dat later is ontstaan‘
nadat hij het zo heeft omschreven, geeft hij de volgende verduidelijking:
„Bid’at“
De reden waarom mensen een religieus ogende pad aannemen, is om God beter te dienen. Daarnaast worden dingen die geen religieus uiterlijk hebben en niet als religieus worden beschouwd, niet als bid’ah (religieuze innovatie) aangemerkt. Bijvoorbeeld, als iemand iets toegestands voor zichzelf verbiedt, is dat geen bid’ah, maar als hij dat verbod uit religieuze overwegingen doet, dan is het wel bid’ah.
Volgens al-Shatibi is het niet juist om bid’ah te onderscheiden in ‚hasene‘ (goede) en ’seyyie‘ (slechte).
(Ibrahim ibn al-Musa al-Shatibi, al-I’tisam; DİA, artikel „Bid’at“)
iemand die de Sunnah nauwgezet wilde bewaren en leefde in het jaar 1000 van de islamitische kalender
Imaam Rabbaani
Hij spreekt over de strijd tegen bid’at en zegt het volgende:
“
De gelukkigste is degene die,
Hij is de persoon die in een tijd waarin de islam en de moslims in verval zijn geraakt, een verwaarloosd sunnah (traditie) nieuw leven inblaast en een wijdverbreide bid’ah (vervloekte innovatie) uitroeit. Nu is het zo’n tijd, meer dan duizend jaar na de komst van de Profeet Mohammed (vrede zij met hem), en de tekenen van de ondergang beginnen zich te manifesteren. Naarmate we verder afwijken van het gouden tijdperk van de Profeet (vrede zij met hem), worden de sunnahs verdoezeld en nemen de bid’ahs toe door de verspreiding van leugens. Nu is er behoefte aan een strijder die de sunnahs nieuw leven inblaast en de bid’ahs uitroeit. Want de verspreiding van bid’ahs leidt tot de vernietiging van de religie.“ (Mektubat, 1/34-35)
Ibn Abbad, die net als Al-Shatibi fel gekant was tegen de classificatie van bid’ah als bid’ah al-sayyia en bid’ah al-hasana, uitte zijn bezwaar als volgt:
„De oude geleerden zullen wel degelijk enkele positieve aspecten van de bid’ah hebben gezien, anders zouden ze…“
Sommigen hebben bepaalde bid’at (nieuwe religieuze praktijken) ‚hasene‘ (goed) genoemd. Maar ik, een arme zondaar, ben het hier niet mee eens. Ik kan geen enkele bid’at ‚hasene‘ noemen. Ik zie in bid’at niets anders dan duisternis en onduidelijkheid. Want de Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zij met hem)
‚Alle bid’at is afwijking van de rechte leer.‘
Hij heeft gezegd: „In een tijd waarin de islam vreemd en zwak is, ligt de redding alleen in het volgen van de Sunnah, en de ramp in het vasthouden aan een bid’ah, wat er ook gebeurt.“
„Als alles wat later komt bid’ah (een religieuze innovatie) is en elke bid’ah afwijking van de rechte leer is, hoe kan er dan iets goeds in bid’ah zijn? Zoals in de hadiths staat, heft elke geïntroduceerde bid’ah een sunnah (traditie) op. Dit geldt niet alleen voor sommige bid’ahs, maar elke bid’ah is slecht.“
„De Profeet Mohammed (vrede zij met hem) heeft gezegd:“
‚
Elke gemeenschap die na hun profeet innovaties in hun religie invoert, verliest evenveel van de Sunnah als de hoeveelheid innovaties die ze hebben ingevoerd.
.‘ (Et-Tergîb ve’t-Terhîb Trc, 1:109)
„Er wordt een overlevering van Hassan bin Sabit overgeleverd die luidt:“
‚Als een gemeenschap een innovatie (bid’a) in hun religie invoert, zal God een Sunnah (traditie) uit de Sunnahs wegnemen, verwijderen en van hen afscheiden, en die Sunnah tot de Dag des Oordeels niet meer teruggeven.‘
„(Mektubat, 1/160)“
Zoals te zien is, tolereert Imam Rabbani geen enkele bid’ah die de minste schaduw op de Sunnah zou werpen, maar in de commentaren op sommige exemplaren van de Mektubat noemt hij de zaken die in de Sunnah verankerd zijn geen bid’ah, maar gebruikt hij de term ’sunnat-i hasene‘, wat ‚goede gewoonte‘ betekent.
(M. Paksu, Circumcision and Family, p. 19)
Hij noemde zichzelf ‚Bid’atüzzaman‘ en wijdde zijn leven aan de strijd tegen bid’at (onjuiste religieuze praktijken) en aan het herleven van de Sunnah (de religieuze praktijken van de profeet Mohammed).
Bediuzzaman Said Nursi,
„De Graden van de Soennah en het Geneesmiddel tegen de Ziekte van de Bid’ah“
in zijn werk, dat hij zelfstandig onder die naam heeft geschreven, onderschrijft hij de mening van de geleerde die bid’ah (een religieuze innovatie) in een beperkte zin definieert en,
„Nieuwe uitvindingen in de regels van aanbidding zijn bid’ah (een religieuze innovatie die niet gebaseerd is op de Koran of de Sunna).“
„Nadat de Sharia en de Sunnah hun volmaaktheid hebben bereikt, is het uitvinden van bid’ah, die het gevoel geven dat deze richtlijnen niet goed zijn of – God verhoede – onvolledig zijn, door middel van nieuwe uitvindingen, afwijking van de rechte leer, het is de hel.“
Hiermee geeft hij aan dat het begrip bid’at alleen van toepassing is op zaken die met religie en religieuze praktijken te maken hebben.
Volgens hem/haar,
„Elke bid’ah is afwijking van de rechte leer, en elke afwijking van de rechte leer is in het vuur van de hel.“
de hadith-i sherif en
„Vandaag heb Ik uw religie tot volmaaktheid gebracht.“
Zoals de heilige tekst van de Koran (Sure Al-Maidah, 3) aangeeft, is het, nadat de regels van de sharia en de principes van de Sunna voltooid en tot in de perfectie zijn gebracht, het bedenken van nieuwe zaken die deze principes afkeuren of – God verhoede – als onvolledig beschouwen, een afwijking van de rechte weg, een afwijking die tot de hel leidt.
(RNK, Lem’alar, blz. 609)
Volgens Bediüzzaman,
Het bedenken van nieuwe regels en kwesties met betrekking tot religieuze praktijken is bid’ah en wordt door de religie afgekeurd. Een deel van de Sunnah betreft immers religieuze praktijken en is uitgelegd in de boeken over de fiqh; het wijzigen daarvan is bid’ah. Het andere deel staat bekend als ‚adab‘ en is te vinden in de boeken over de biografie van de Profeet. Het niet volgen van deze adab wordt niet als bid’ah beschouwd; het betekent echter wel dat men de profeetelijke beleefdheid niet volgt en de zegeningen en ware beleefdheid mist. Dit deel omvat ook het volgen van de door de Profeet (vrede zij met hem) overgeleverde gedrag in gewoontes en gebruiken, en in de natuurlijke omgang. Dit zijn Sunnahs die te maken hebben met beleefdheidsregels, zoals spreken, eten, drinken, slapen en opstaan.
(RNK, Lem’alar, blz. 609)
Bediüzzaman, die de Sunnet in drie delen verdeelt: Sunnet-i kavlî, Sunnet-i fiilî en Sunnet-i hâlî,
ook deze drie delen
verplichte gebeden, vrijwillige gebeden
en
goede gewoontes
wordt onderverdeeld in drie delen. De Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) heeft de gebeden en de bedevaart (hajj) zelf praktisch uitgevoerd.
-zoals het verrichten van de verplichte gebeden-
Het is verplicht om de sunnetten te volgen die tot de categorieën ‚farz‘ en ‚vacip‘ behoren.
Het volgen van de Sunnah met betrekking tot de aanbevolen en gewenste gebeden, die als Nafile worden beschouwd, brengt grote beloningen met zich mee; maar het wijzigen hiervan is bid’ah (een afwijking van de Sunnah) en afwijking van de rechte weg.
Het is aan te bevelen, ja zelfs zeer wenselijk, om de Sunnahs te beoefenen die tot de goede gewoonten van onze Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) behoren. Deze Sunnahs betreffen zowel het persoonlijke als het sociale leven. Degenen die deze Sunnahs beoefenen, veranderen hun gewoontes en gebruiken in aanbidding.
(RNK, Lem’alar, blz. 610)
Naast deze vaststellingen, vermeldt Bediüzzaman in zijn werken af en toe
‚volgelingen van de afwijking‘
Hij gebruikt de term ‚ahl-i bid’a‘ (volgelingen van innovaties). Hij richt zich op hen en doet enkele verklaringen ter verdediging van de islam. De aard van de mentaliteit die Bediüzzaman als ‚ahl-i bid’a‘ bestempelt, begrijpen we uit de volgende uitspraken:
„Ik vraag me af, welk voordeel deze aanhangers van afwijkende leer, en eigenlijk de ongelovigen, in deze goddeloosheid vinden?“ (RNK, Mektubat, blz. 558).
„De aanhangers van bid’a,
Ze hebben zo’n onheilspellend idee overgenomen van buitenlandse revolutionairen: „Aangezien er zo’n revolutie in het christendom heeft plaatsgevonden, kan er ook zo’n religieuze revolutie in de islam plaatsvinden.“ (RNK, Mektubat, blz. 557).
„Die de rituelen verandert“
De aanhangers van bid’a (die de kenmerken van de islam veranderen) zeggen: „Deze religieuze fanatisme heeft ons achtergelaten. Om in deze tijd te kunnen leven, moeten we het fanatisme opgeven.“
Uit deze uitspraken blijkt,
‚volgelingen van de ketterij‘
Wij beschouwen hen als groepen die in islamitische landen actief zijn en met hun sluipmoorddadige ideeën proberen om bepaalde fundamentele principes en regels van de islam te veranderen, of zelfs de islam volledig uit te roeien.
In zijn werk Mektubat geeft Bediüzzaman verklaringen die de pogingen van deze afwijkende mensen, die als aanhangers van bid’a worden beschouwd, zullen frustreren en de beweringen en plannen die zij als rechtvaardig proberen te presenteren, zullen uit de grond aan de wortel zullen vernietigen.
’subversieve, ketterachtige elementen‘
verdeelt het ook in twee delen:
De eersten
onder het mom van religie, in naam van loyaliteit aan de islam, door zich voor te doen als een religieus persoon, zogenaamd om de religie te versterken met nationalisme
‚Ze willen de lichtgevende boom van het geloof planten op de donkere grond van het racisme.‘
Bediuzzaman beschouwde deze acties als een ketterachtige poging en beschouwde deze mannen als geleerden die hun hiernamaals verkochten voor wereldse winst.
„de geleerden van de afwijking, de geesteszieken, de onredelijken, de onwetenden onder de soefi’s“
Hij gebruikt metaforen om hun ware identiteit te onthullen.
De tweede groep is de aanhanger van bid’a.
,
„Ze bedenken innovaties, gebaseerd op het idee dat ze ‚de natie willen vaccineren met de islam‘, om de elementen van nationalisme (racisme) te versterken in naam van de natie.“ (RNK, Mektubat, p. 559)
Bediuzzaman, die in de Barla Lahikası ‚het steunen van bid’at die de religie schaden‘ als een van de zeven grootste zonden beschouwt.
(RNK, Barla Lâhikası. blz. 1547)
Hij beschouwt bid’ah als zowel slechte als goede innovatie en geeft hierbij twee voorbeelden:
Ten eerste:
Elk soefi-orde heeft, afhankelijk van zijn eigen traditie, specifieke manieren en vormen van herhalingen, herinneringen en gebeden. Deze herinneringen zijn geen bid’ah (verzonnen religieuze praktijk), op voorwaarde dat hun oorsprong in de Koran en de Sunna ligt en ze de Sunna niet tegenspreken of volledig veranderen. Hoewel sommige geleerden dergelijke praktijken wel als bid’ah beschouwen, …
‚bid’a-i hasene‘
hebben ze het zo genoemd.
(RNK, Lem’alar, blz. 610)
Ten tweede:
In sommige moskeeën en gebedshuizen bevindt zich een haar of een baardhaar van de heilige Profeet, en deze worden op bepaalde tijden bezocht.
„Sommige vrome mensen,
In zulke zaken, hoewel ze zich op het punt van vroomheid, voorzichtigheid of vastberadenheid bevinden, betreffen ze een specifieke kwestie. Zelfs als ze het een innovatie (bid’a) noemen, valt het onder het type goede innovatie (bid’a-i hasene). Want het is een middel tot het verrichten van salawat (gebeden).“ (RNK, Lem’alar, blz. 637)
Uit de beschrijvingen, uitleg en voorbeelden blijkt duidelijk dat nieuwe uitvindingen, ideeën en praktijken die erop gericht zijn de fundamenten van het geloof, de islamitische rituelen en de Sunna met betrekking tot de gebeden te verstoren, te veranderen, af te schaffen en te laten vergeten, in feite tot de categorie bid’ah (verkeerde innovatie) behoren.
Omdat het in feite zo is.
bid’at
het is een fundamenteel aspect van de wetgeving afschaffen en er een menselijke en aardse ‚innovatie‘ voor in de plaats brengen.
Anders is het verwaarlozen van de Sunnah, die betrekking heeft op de goede gewoontes van onze Profeet en zijn menselijke gedrag, bekend als ‚adab‘, niet alleen het niet ontvangen van de beloning van een Sunnah. Ondertussen, zolang het niet in strijd is met de geest van de Koran en de Sunnah,
„Wat moslims mooi vinden, is mooi.“
in overeenstemming met het principe, op voorwaarde dat de religie binnen haar eigen kader blijft, zijn de praktijken die verband houden met het dagelijks leven, zoals het reciteren van gebeden en het herdenken van God (zikr)
‚goede innovatie‘
of
’sünnet-i hasene‘
wordt toegevoegd aan het gedeelte.
Daarnaast, als we bij de persoon met wie we praten een gedrag of handeling waarnemen die we niet goedkeuren of afkeuren, dan…
‚met beleefdheid, vriendelijkheid en een zacht woord‘
Het is nodig om het te corrigeren en te verbeteren.
Kortom:
“
Wie in tijden van de overname door innovaties en afwijkingen vasthoudt aan de Sunnah en de waarheid van de Koran en daarvoor werkt, kan de beloning van honderd martelaren verdienen.
„.
(et-Tergîb ve’t-Terhîb, 1/41)
„Gelukkig is degene wiens aandeel in het volgen van de Sunna groot is. Woei degene die de Sunna niet waardeert en zich in bid’a (verkeerde praktijken) begeeft.“ (RNK, Lem’alar, blz. 609)
Met vrede en gebed…
Islam in vraag en antwoord