Mensen schelden soms tegen de wereld en het leven uit frustratie, wat vindt u daarvan?
Beste broeder,
De islamitische religie
Islam is tegen alle vormen van kwaad en onrecht. Want Islam streeft ernaar de mens tot een volwaardig mens te maken, tot het hoogste niveau van menselijkheid te brengen. Daarom beveelt Islam niet alleen daden die de mens tot alle vormen van volmaaktheid en schoonheid leiden, maar verbiedt het ook daden die de mens van alle vormen van lafheid en lelijkheid afhouden.
Uitgaande van deze algemene regels kunnen we stellen dat
Het schelden en scheldwoorden gebruiken tegen de wereld, het leven en de tijd is haram (verboden).
Er zijn hadiths met deze of een soortgelijke betekenis. In een hadith die in Bukhari voorkomt, staat het volgende:
„Vloek niet over de ontberingen en teleurstellingen van dit leven. Want God is het leven.“
1
De hadith die in de Musnad van Ahmad ibn Hanbal voorkomt, luidt als volgt:
„Scheld niet op de tijd, want Allah is de tijd.“
2
In een andere overlevering van Bukhari staat het volgende:
„Allah, de Allerhoogste, zegt:“
De menselijke nakomeling plaagt Mij door de wereld te vervloeken. Terwijl Ik de wereld ben (de schepper). Alles is in Mijn hand. Ik beheers de nacht en de dag.”
3
Zoals te zien is, komen deze zaken in alle hadiths voor.
„dehir“
wordt de term gebruikt. Deze term is
„tijd“
Het wordt gezegd dat het in de betekenis van ‚tijd‘ is. Zoals te begrijpen valt uit de hadiths, wordt de opeenvolging van nacht en dag ook dehir genoemd. Bedruddin Aynî, de commentator van Bukhari, zegt het volgende over de Arabieren in de tijd van Jahiliyyah, die de komst van rampen en tegenslagen aan de tijd toeschreven:
“Sommige Arabieren uit de tijd van de onwetendheid verheerlijkten de tijd, die bestaat uit het wisselend verlopen van dag en nacht. Deze groep geloofde niet in God en schreef alle gebeurtenissen toe aan de tijd. Ze geloofden dat de gebeurtenissen plaatsvonden dankzij de wisselwerking van dag en nacht, en dat alles door de tijd werd bepaald. Deze mensen werden Dehristen genoemd.”
De commentator Aynî vervolgt zijn uitspraken met de volgende toelichtingen:
“De bedoeling van de Profeet (vrede zij met hem) met deze hadith is dat niemand van jullie de tijd zou schelden, want de tijd is niet de echte dader. God is degene die het doet. Wanneer je denkt dat de tijd deze tegenslagen over je heen brengt en je de tijd scheldt, scheld je God. Want het is niet de tijd die de tegenslagen over je heen brengt, maar God. Als God zegt: ‚Ik ben de tijd‘, dan betekent dit: ‚Ik ben de eigenaar van de tijd‘.“
4
Het is inderdaad zo dat er in de tijd van de Jahiliyya een groep was die alle kwaad aan de tijd toeschreef.
„Alleen de tijd zal het leren.“
5
verwijst naar de heilige tekst die de woorden beschrijft. Sterker nog, daarom worden ze, relatief gezien,
„Dehri’s“
is genoemd. Dit idee is in de geschiedenis ook onder de stromingen van ontkenning te vinden.
„Deïsme“
werden ze genoemd. Hun invloed is ook na de komst van de islam te zien. In deze hadiths wordt het schelden verboden, waarbij de tijd als de ware dader wordt beschouwd. In dit verband is het nuttig om het volgende te verduidelijken:
Soms hebben zelfs sommige oude geleerden in hun boeken geklaagd over de tijd,
„tot in de hemel“
Ze hebben stenen gegooid. Omdat ze niet in staat waren om sommige onheilen te verhelpen, hebben ze, in hun wanhoop, geklaagd over de tijd en het lot. Deze klachten zijn niet te wijten aan het feit dat ze de tijd als de werkelijke oorzaak beschouwen, maar aan het feit dat de gebeurtenissen niet in de richting van hun verlangens en wensen verlopen. Bediüzzaman antwoordt op de vraag of deze klachten een bezwaar tegen de schepping van God zijn, door te stellen dat dit geen bezwaar is, en legt dit als volgt uit.
“Nee, zeker niet. Misschien betekent het dit: De klager zegt als het ware: De orde die ik wil, het verlangen dat ik heb en de toestand die ik nastreef, zijn niet geschikt volgens de wetten van de eeuwige wijsheid, de natuur van het universum is niet geschikt volgens de kompas van de eeuwige genade, de wet van de hemel is niet geschikt volgens de drukkerij van de eeuwige wil, en de aard van de tijd is niet geschikt volgens de wijsheid van God die het algemene welzijn sticht. De wijsheid van God is niet tevreden dat deze wereld van mogelijkheid de vruchten plukt die wij, met onze verstand en onze verlangens, uit de hand van de almachtige God willen plukken.”
6
Daarom klagen gelovigen soms over het lot. Want volgens hun geloof is de tijd een schepsel van God. Hij is niet in staat om deze dingen te doen. Ze klagen niet over God bij de mensen, maar over de tijd. Zo vormt de tijd een schild voor de eer van God tegen onterechte kritiek.
Kortom, kunnen we stellen dat:
De hadiths over dit onderwerp, overgeleverd door Abu Hurairah (ra) en andere overleverders, zijn authentiek. Ze wijzen erop dat Allah de schepper van de tijd is en verbieden de tijd als schepper te beschouwen. De geleerden hebben de tijd niet beschimpt, maar erover geklaagd.
Want het is verboden, zoals de hadith ons leert, om bezwaar te maken tegen iets dat God heeft geschapen, tegen de manier waarop Zijn wijsheid zich manifesteert. Men moet dat vermijden.
Voetnoten:
1. De stoom, beleefdheid: 101.
2. Musnad. 5: 299, 311.
3. De uitleg van Boekhari (over Soera Al-Qasiyah), 45
4. Umdetu’l-kari, 22:202.
5. Casiye, 45/24.
6e discussie, blz. 44.
Met vrede en gebed…
Islam in vraag en antwoord