Is het toegestaan om de geloften niet te volbrengen en het geld aan armen te geven?

Antwoord

Beste broeder,

Als u een gelofte heeft gedaan om een offerdier te slachten, dan moet u dat ook doen. Als u in plaats daarvan geld geeft, wordt dat geld een liefdadigheidsgift, maar blijft de gelofte om het offerdier te slachten bestaan.

In het Turks

vloek

zoals uitgedrukt

vloek,

Het is een vorm van aanbidding. De oorspronkelijke betekenis van een gelofte is namelijk dat iemand belooft iets te doen wat hij voor de wil van God mag doen, en dat hij het doen van wat hij beloofd heeft tot een plicht voor zichzelf maakt.

Religieus gezien is het verplicht om een belofte na te komen. Omdat de persoon immers een belofte aan God heeft gedaan.



„… En dat ze hun geloften nakomen.“





(Al-Hajj, 22/29)

De betekenis van de betreffende aya is een gebod van God aan degenen die een gelofte hebben gedaan. De Profeet (vrede zij met hem) zei ook:


„Wie iets belooft en een naam daaraan geeft, moet datgene wat hij beloofd heeft ook uitvoeren.“


(Molla Husrev, Dürürü’l-Hukkâm, Fazilet Neşriyat ve Matbaacılık, Istanbul 1976, II/45)

Echter, wat hierbij in gedachten moet worden gehouden, is dat een gelofte de gelofte-object niet verandert, dat wil zeggen, het heeft geen invloed op het goddelijke besluit. De geliefde Profeet (vrede zij met hem) wijst op dit punt als volgt:


„Een gelofte verandert het lot niet. Maar van de gierige persoon wordt door de gelofte een bezit afgenomen.“


(Tirmidhi, Nuzul: 10)

Men belooft iets, wetende dat de belofte geen invloed heeft op iemands geluk of ongeluk, en als men het dan nakomt, verdient men de beloning. Bovendien kan men alleen een belofte doen voor iets dat verplicht of aanbevolen is (zoals offerande, vasten, zakaat, gebed). Het nakomen van deze plichten zal ongetwijfeld de persoon de beloning opleveren. Aangezien deze gebeden en goede daden echter ook zonder belofte verricht kunnen worden,

Het is het beste om niet te veel aan de gewoonte van het brengen van offeranden te raken.


Het doel van een offer moet de goedkeuring van God zijn.

Bij al deze zaken moet de wil van God voorop staan; als men iets schenkt, dan moet dat zijn goedkeuring verdienen.


Bij een gelofte wordt geen aandacht besteed aan beperkingen en aanwijzingen met betrekking tot tijd, plaats, geld of armoede.

Iemand die belooft een offerdier te slachten in de maand Ramadan, mag dat ook in een andere maand doen. Iemand die belooft in de Fatih-moskee te bidden, mag die gebeden ook in de Süleymaniye-moskee verrichten. Iemand die belooft een bepaald bedrag aan een arme te geven, vervult zijn belofte ook als hij het aan een andere arme geeft.


Om een gelofte geldig te zijn, moeten ook aan bepaalde voorwaarden worden voldaan:


1.

Hetgeen gewijd is, bestaat en

mogelijk te maken

Het moet iets zijn dat al gebeurd is. Je kunt bijvoorbeeld geen gelofte doen met een uitspraak als: „Ik zal morgen vasten voor Allah.“


2.

De gemaakte gelofte, religieus gezien.

Het mag niet verboden of zondig zijn.

Het is bijvoorbeeld onjuist om gokken of het drinken van wijn te wijden.


3.

De gelofte

dat het iets is dat verplicht of noodzakelijk is

Dat is nodig. Bijvoorbeeld het vasten, bidden, offerdieren slachten. Het wijden van een reis, een uitstapje, een ziekenhuisbezoek wordt niet als een gelofte beschouwd.


4.

De gemaakte gelofte,

Het mag de financiële middelen van de persoon die de gelofte doet niet overschrijden en mag niet toebehoren aan iemand anders.

Als iemand bijvoorbeeld belooft een kalf te slachten, maar dat niet kan, dan mag hij in plaats daarvan een schaap slachten. Maar als iemand belooft het schaap van een ander te slachten, dan hoeft hij die belofte niet na te komen.

Het is niet toegestaan om een gelofte te doen in naam van een mens of een schepsel. Men mag bijvoorbeeld geen gelofte doen in naam van een voorouder, een mausoleum of een heiligdom. Evenmin mag men gelofte offeren in de vorm van dieren die niet geschikt zijn voor offerande, zoals kippen of hanen, een gewoonte die specifiek bij de Joden voorkomt. Ook het aanbieden van kaarsen is geen geldige gelofte. Men moet dergelijke dingen niet serieus nemen en alle hulp en genezing alleen en uitsluitend van Allah verwachten en tot Hem toevlucht nemen.

Sommige geloften zijn gelijk aan een eed en vereisen een boetedoening. Wie bijvoorbeeld gelooft niet naar een bepaalde plaats te gaan, iets niet te eten of iets niet te doen, en dit vervolgens wel doet, moet een boetedoening voor de eed verrichten. Een offerdier is dan niet nodig.

Als het gewijde dier een dier is dat geschikt is voor slachtoffer, zoals een schaap, geit of rund, dan mogen de eigenaar van de wijding en zijn directe familieleden (ouders, grootouders, kinderen, kleinkinderen en echtgenoot/echtgenote) het vlees niet eten. De schoonfamilie (schoonmoeder en schoonvader) mogen het echter wel eten. Het vlees van het dier moet aan armen worden geschonken.

(Ibn Abidin, V/208)


Een offer wordt niet aan de rijken gebracht.

Als de persoon die het offer heeft gedaan en zijn naasten van dit vlees eten, moeten ze de waarde van het gegeten vlees aan de armen schenken. Ook is het toegestaan dat iemand die van het offervlees profiteert, degenen die het offer hebben gedaan, ervan trakteert; zij mogen het eten.


Graag wil ik hierbij nog een punt verduidelijken:

Wie een huis, auto of iets dergelijks nieuw aanschaft, en uit dankbaarheid en met de bedoeling om van ongelukken beschermd te worden een dier slacht en het vlees onder de armen verdeelt, handelt niet alleen goed, maar verricht ook een soort gebed. Omdat deze persoon geen eerdere gelofte heeft gedaan, is dit dier geen offerdier. Maar bijvoorbeeld,

„Als ik een auto koop, slacht ik een schaap ter ere van God.“

Als hij dat voornemen heeft, zal hij het dier slachten op een geschikt moment nadat hij de auto heeft gekocht, en het vlees aan de armen schenken.


(zie Mehmed PAKSU, Ons leven van aanbidding)


Met vrede en gebed…

Islam in vraag en antwoord

Laatste Vragen

Vraag Van De Dag