Beste broeder,
Het staat lijnrecht tegenover allerlei vormen van bijgeloof en zinloze gebruiken, zoals waarzeggerij, voorspellingen en ongeluk. Geloofsovertuigingen die geen enkel nut hebben, maar juist de gezonde geloofsovertuiging van moslims schaden en hun toewijding aan de waarheid ondermijnen, worden geenszins getolereerd en hun verspreiding wordt niet toegestaan.
Voordat het licht van de Islam schitterde, heersten er vooral onder de Arabieren zoveel onzin en zinloze overtuigingen dat mensen zelfs hun belangrijkste en meest cruciale zaken regelden op basis van verzonnen zaken. Zo schrikten de Arabieren in de tijd van de Jahiliyya vogels en herten op; als het dier naar rechts ging, gingen ze verder met hun werk of reis, maar als het naar links ging, keerden ze om en beschouwden het als een slecht voorteken. Daardoor misten ze veel werk. In zo’n verwarde gemeenschap verscheen de Profeet Mohammed (vrede zij met hem), die streefde naar het bestrijden van alle zinloze en nutteloze gewoontes en overtuigingen die door de Arabieren als waar werden beschouwd, en probeerde de mensen ervan te laten afzien. In een hadith zegt de Profeet (vrede zij met hem),
1
Door dit te zeggen, verklaarden ze dat de verkeerde overtuigingen die destijds wijdverbreid waren, geen basis of grondslag hadden. De Arabieren van de Jahiliyya geloofden bijvoorbeeld dat de uil uit de ziel van de dode was ontstaan, dat er een slang in de maag van de mens zat en dat deze slang de mens zou doden als hij honger had. De hadith verklaart dat deze zaken geen betekenis of invloed hebben en geen schade of voordeel opleveren.
Bovendien is dit idee van ongeluk noch wetenschappelijk, noch rationeel of realistisch. Het is slechts een uiting van iemands zwaktes, waarbij diegene zich laat meeslepen door die zwakte en naar aanleidingen zoekt om zijn angsten te bevestigen. Want het beschouwen van iets als ongeluk betekent het verwachten van een ramp. Iemand die bijvoorbeeld een uil op zijn schoorsteen ziet, denkt dat hem een ramp zal overkomen en wacht daarop. Dit toont niet alleen een gebrek aan vertrouwen in de goddelijke genade, maar ook een zwakte in het geloof in het lot.
Want alle voordelen en nadelen gebeuren alleen door Gods voorzienigheid. In elk land en elke regio worden verschillende dingen door het volk als onheilspellend beschouwd. Zo zijn er plaatsen waar het blaffen van een hond, het brazen van een ezel of het huilen van een uil ’s nachts als onheilspellend worden beschouwd, en zijn er ook regio’s waar het schoonmaken, nagels knippen en wassen op bepaalde dagen als onheilspellend worden gezien. Deze overeenkomsten met de in de hadith genoemde zaken wijzen op ongefundeerde overtuigingen. De Profeet (vrede zij met hem) keurde deze nutteloze overtuigingen niet goed,
2
Hiermee drukt hij de zinloosheid uit van het geloof in onheilspellende voorbode, en geeft hij tegelijkertijd een positief en gepast alternatief aan. Volgens een overlevering van Abu Hurayra (r.a.):
3
Het betekent iets op een positieve manier opvatten. Een voorbeeld van tefāʾul vinden we bij de Profeet (vrede zij met hem). Zoals bekend, hadden de polytheïsten de moslims in de vredesovereenkomst van Hudaybiyya in een moeilijke positie gebracht. Toen werd bekendgemaakt dat een delegatie onder leiding van [naam] van de polytheïsten zou komen om een overeenkomst te sluiten, heeft de Profeet, tefāʾul toepassend, zijn gezelschap gerustgesteld met zijn naam, die gemak en zachtmoedigheid uitdrukt.4
Als iemand die op reis gaat, onderweg hoort dat iemand met de naam ‚Yol‘ wordt geroepen, en dit interpreteert als een goed teken voor een veilige reis, of als een zieke persoon, onderweg naar de dokter, hoort dat iemand met de naam ‚Yol‘ wordt geroepen en dit interpreteert als een teken dat hij van zijn ziekte zal genezen, dan is dit een voorbeeld van ‚tahaful‘.
De liefde van de Profeet (vrede zij met hem) voor tafāʾul (optimisme) komt voort uit het feit dat het een hoop op goed en voordeel van Allah Teâlā aangeeft. Want het is goed voor een mens om, om een sterke of zwakke reden, voordeel van Allah te verwachten. Maar als hij de hoop op Allah volledig opgeeft, dan is dat schadelijk voor hem.
Het is echter onjuist en een dwaas geloof om deze beschuldigingen als een religieuze plicht of een absolute uitspraak te beschouwen. In zaken waarin men niet kan inschatten of iets goed of slecht, voordelig of nadelig is, en twijfelt of men het wel moet doen, wordt geadviseerd om overleg te plegen en de mening van deskundigen te vragen, in plaats van bepaalde dingen als ongeluk te beschouwen en daarop te handelen. Ook wordt in de hadith gesproken over het verrichten van de Istikhara-gebed en -dua. Op deze manier is Istikhara in moeilijke situaties een goddelijke remedie die de ziel troost.
Met vrede en gebed…
Islam in vraag en antwoord