Is de getuigenis van iemand die overspel pleegt, zonden begaat en immoreel handelt, geldig?

Antwoord

Beste broeder,

De rechtvaardigheidseis waarnaar de verschillende stromingen unaniem streven, betreft vooral getuigen in de betreffende verzen.

„waarvan u tevreden bent“

en

„rechtvaardig“

doordat ze gekwalificeerd zijn

(2:282; 5:106; 65:2)

wordt hierop gebaseerd. Bovendien is er een hadith die verklaart dat de getuigenis van iemand die een vertrouwen heeft verbroken en die overspel heeft gepleegd, niet zal worden geaccepteerd.

(Abu Dawud, “Aķżıye”, 16)

Bewijsmateriaal zoals dit, etc., maakt ook deel uit van de basis voor de beoordelingen over dit onderwerp.


Het vermijden van grote zonden en het nakomen van verplichtingen.

en het blijkt dat maatstaven zoals het overwegen van de goeden boven de kwaden een rol spelen bij het definiëren van rechtvaardigheid.

(Kâsânî, VI, 268).

aan een persoon die niet aan de vereisten voor rechtvaardigheid voldoet

goddeloos

Zoals gezegd. De verklaringen met betrekking tot de handelingen en omstandigheden die ertoe leiden dat iemand zo wordt gekwalificeerd en zijn getuigenis wordt afgewezen, kunnen worden samengevat als houdingen die de indruk wekken dat de persoon religie niet erg belangrijk vindt en dat zijn religieuze overtuiging zwak is, maar er zijn verschillende benaderingen in sommige details.


De Shafi’ieten

de goddeloze

hij/zij zal zijn/haar getuigenis onder geen enkele omstandigheid accepteren.

De belangrijkste reden hiervoor is dat getuigenis wordt gezien als een soort indicatie van waarde en respect.

De Hanafi’s,

Hoewel ze vasthouden aan de eis van rechtvaardigheid, vinden ze het over het algemeen aanvaardbaar dat een zondaar in sommige gevallen getuigenis aflegt, op grond van het feit dat hij in staat is om voogdij te uitoefenen.

Ongeacht welke misdaad of zonde iemand heeft begaan, zijn getuigenis wordt geaccepteerd nadat hij berouw heeft getoond.

De Hanafi-school van de islam beschouwt iemand die is gestraft voor het valselijk beschuldigen van overspel als een uitzondering op deze regel; volgens hen maakt het niet-accepteren van de getuigenis van deze persoon deel uit van de straf die hij moet ondergaan. Hun argumentatie hieromtrent is gebaseerd op de betreffende koranvers.

(en-Nûr 24/4)

Naast de manier van begrijpen, is waarschijnlijk ook de gedachte dat de gepleegde misdaad op geen enkele manier met getuigenissen te verzoenen is, van invloed geweest.

Sommige Maliki-geleerden stellen dat de rechter, in geval van wijdverbreide onrechtvaardigheid en het ontbreken van getuigen die aan de vereisten van rechtvaardigheid voldoen, uit noodzaak de getuigenis van de relatief betere getuigen onder de aanwezigen kan aanwenden. Deze mening wordt door veel Shafi’i-juristen, zoals Ezra’i en Ahmed b. Abdullah al-Gazzi, aanvaard.

(Kâsânî, VI, 268).

Kâsânî merkt op dat het niet juist is om in deze kwestie te streng te zijn, en zegt dat als de getuigenis van iemand die één keer heeft gelogen niet wordt geaccepteerd, de deur naar getuigenis gesloten zal zijn.

(Bedâ’i, VI, 269, 270-271).

Vanuit dit oogpunt hebben veel geleerden in de islamitische jurisprudentie de noodzaak gevoeld om te benadrukken dat er geen voorwaarde bestaat dat men geen zonden mag hebben begaan om als getuige te kunnen optreden.

Het onderzoeken van de werkelijke situatie van getuigen in het belang van de rechtvaardigheid

(goedkeuring)

Of dit vereist is, is een punt van discussie geweest. Abu Hanifa achtte in zaken anders dan hadd en qisas, waarvoor hij de uiterlijke rechtvaardigheid voldoende achtte, terwijl Abu Yusuf en Muhammad de zuivering als voorwaarde stelden. Binnen de Hanafi-school is er consensus dat, wanneer de tegenpartij bezwaar maakt tegen de rechtvaardigheid van een getuige, de rechter de getuigen moet onderzoeken, ongeacht of de tegenpartij bezwaar maakt, in zaken van hadd en qisas.

(H. Yunus Apaydın, „Şahit Md.“, DİA, 38/281)


Met vrede en gebed…

Islam in vraag en antwoord

Laatste Vragen

Vraag Van De Dag