–
Beste broeder,
Naarmate ons geloof in God sterker wordt, neemt onze eerbied voor Hem in dezelfde mate toe.
Het staat bovenaan de lijst van goede daden. Door te overdenken dat God ons uit het niets heeft geschapen, ons in het bestaan heeft behouden, ons talloze zegeningen heeft geschonken en ons uit louter genade een eeuwig gelukzalig leven in de hemel zal schenken, en miljoenen andere zegeningen, komt men tot de liefde voor God. Deze liefde leidt tot een gevoel van schaamte voor Hem. Want als we bedenken dat we Hem ondanks al zijn goedheid niet de dankbaarheid hebben getoond die Hij verdient, is het onmogelijk om Hem niet te schamen.
– Het begint bij de basis. God werkelijk kennen is alleen mogelijk met een onvoorwaardelijk geloof. Met zo’n geloof zullen we in alles, van atomen tot sterren, van insecten tot wolken, van bloemen tot de lente, de sporen, de essentie en het gezicht van Gods oneindige genade zien.
Een dergelijke overdenking geeft de mogelijkheid om te beseffen dat we voortdurend in de aanwezigheid van God zijn. Hoe meer we beseffen dat we altijd in Zijn aanwezigheid zijn, dat Hij ons elk moment ziet, hoe meer we ons schamen en beschaamd voelen dat we Hem, de Allerhoogste, niet naar behoren dienen, ja, dat we zelfs tegen Hem in opstand komen.
Dankzij het ware geloof is het mogelijk om in deze werken de sporen van Gods oneindige genade, gunsten en goedheid in elk wezen, overal en altijd te zien.
Volgens de regel wil iemand die de zegeningen van God van dichtbij heeft ervaren, God beter leren kennen en versterkt hij zijn geloof door elke dag wat meer te lezen. Naarmate dit geloof sterker wordt, schaamt hij zich voor het feit dat hij zijn plichten jegens de barmhartige God niet naar behoren heeft vervuld. Hij beseft dat hij een fout heeft gemaakt omdat hij Gods genade heeft gekwetst, Zijn mededogen heeft aangetast en Zijn zegeningen is vergeten, en begint zich te schamen.
De uitdrukking in de hadith, die deze betekenis heeft, is zeer duidelijk. Naarmate het geloof sterker wordt, neemt het beschaamde gevoel toe.
– Een van de hadiths die de relatie tussen geloof en bescheidenheid mooi laat zien, is de volgende: Abdullah ibn Masud vertelt:
„Toen hij zei: ‚De Boodschapper van Allah (vrede en zegeningen zij met hem)‘, zeiden wij: Daarop zei de Boodschapper van Allah (vrede en zegeningen zij met hem):
– De les van deze hadith kan als volgt worden samengevat: vaste overtuiging in God, het volgen van Zijn geboden en verboden (taqwa), en het verrichten van goede daden (iman en salih amel) zijn essentieel. Met andere woorden: de betekenis van de hadith is:
is hetzelfde als de waarheid die in de volgende vers uit de Koran wordt uitgedrukt.
Met vrede en gebed…
Islam in vraag en antwoord