De regels omtrent overspel worden in de Koran gedetailleerd beschreven in Nisa, 4/15–16–25; Nur, 24/2; en Ahzab, 33/30. Hoe moeten we deze verzen begrijpen, rekening houdend met de praktijk van steniging?
„Straffen jullie de vrouw die overspel pleegt en de man die overspel pleegt, elk met honderd zweepslagen. En laat een groep gelovigen de straf die zij verdienen, met eigen ogen zien.“
(Nur, 24/2)
„O, vrouwen van de Profeet! Als een van jullie openlijk een schandelijke daad pleegt, dan zal haar straf verdubbeld worden.“
(Al-Ahzab, 33/30)
“… de gelovige slavenvrouwen die in uw bezit zijn… Als zij, nadat zij getrouwd zijn, hoererij plegen, dan is de helft van de straf (el-azab) die aan vrije vrouwen wordt opgelegd, voldoende…”
(Nisa, 4/25)
– Als de straf voor overspel steniging is, wat is dan de dubbele en halve straf, en hoe wordt die uitgevoerd?
Beste broeder,
Laten we hier ook de vertaling van de verzen opnemen die in de vraag worden genoemd:
„Slag de man en de vrouw die overspel hebben gepleegd, elk honderd slagen. Laat de genade jullie niet beletten de straf van Allah uit te voeren, als jullie in Allah en de Dag des Oordeels geloven. En laat een groep gelovigen getuige zijn van hun straf!“
(Nur, 24/2).
“O vrouwen van de profeet! Wie onder jullie een schandelijke zonde pleegt, haar straf zal tweemaal zo zwaar zijn. Dat is voor Allah gemakkelijk.”
(Al-Ahzab, 33/30)
„Als zij na het huwelijk overspel plegen, dan wordt de helft van de straf die voor vrije vrouwen geldt, op hen toegepast.“
(Nisa, 4/25).
In de eerste van deze verzen wordt de straf voor overspel expliciet met honderd zweepslagen vastgesteld.
De tweede aya stelt dat als een van de vrouwen van de Profeet (vrede zij met hem) -God verhoede- overspel pleegt, zij een dubbele straf krijgt ten opzichte van andere mensen. Dit lijkt erop te wijzen dat de straf voor overspel niet steniging is. Want een dubbele straf is alleen van toepassing op straffen die levenden worden opgelegd. Er is geen dubbele doodstraf.
Op de tweede plaats
„O vrouwen van de profeet! Als een van jullie een schandelijke zonde pleegt, dan zal haar straf tweemaal zo zwaar zijn.“
zoals vermeld in de betreffende aya
„dubbele hel“
De bedoeling is om te wijzen op de straffen die men in dit leven en in het hiernamaals zal ondergaan.
(zie Kurtubî, commentaar op het betreffende vers).
Op basis van deze verzen is het dus niet juist om te stellen dat de straf voor gehuwde vrouwen niet steniging kan zijn. Want hier gaat het niet om een dubbele steniging, maar – ondanks dat de zonden van anderen die de straf in deze wereld ondergaan, in het hiernamaals worden vergeven – om het feit dat de straf die de vrouwen van de Profeet in deze wereld ondergingen, hun straf in het hiernamaals niet tenietdoet; zij worden dus zowel hier als daar twee keer gestraft.
(zie Kurtubî, Ibn Aşur, commentaar op het betreffende vers).
Volgens sommige geleerden is hun straf in het hiernamaals twee keer zo zwaar als die van anderen. Als anderen bijvoorbeeld vijf dagen in de hel branden, dan branden zij tien dagen.
(vgl. Alusî, commentaar op het betreffende vers).
In de derde regel van de verzen staat:
de straf voor overspel die aan slavenvrouwen werd opgelegd
De straf voor een mannelijke overspelige is de helft van die voor een vrouw. Dit wijst erop – zoals in de tweede regel van de verzen wordt vermeld – dat de straf voor overspel kennelijk niet de doodstraf is. De Haridjieten ontkenden de steniging op basis van dit vers.
(zie Razî, uitleg van vers 2 van Soera An-Nur).
Wat betreft de straf voor de prostituee, zoals beschreven in vers 25 van Soera An-Nisa, kan het volgende worden gezegd: De toepassing van de steniging als straf vereist dat de persoon…
„muhsan“
afhankelijk is van. Hier
Muhsan
bedoeld wordt degene die
(Volgens Imam al-Azam een moslim),
iemand die de volwassenheid heeft bereikt, bij zinnen is, vrij is, en die eerder een geldige huwelijksvoltrekking heeft ondergaan – en waarbij de huwelijksvoltrekking is voltooid.
(Volgens Imam al-Azam is het ook verplicht om moslim te zijn)
Als iemand zich daadwerkelijk schuldig maakt aan zo’n daad, dan is de straf steniging. Dit punt wordt door alle geleerden van de jurisprudentie erkend.
(zie V. Zuhaylî, el-Fıkhu’l-İslamî, 6/40-43).
Hieruit blijkt dat slaven en dienstmeiden, omdat zij geen vrije personen zijn, juridisch gezien niet als ‚muhsan‘ (gehuwd) worden beschouwd. Aangezien zij niet als ‚muhsan‘ worden beschouwd, is de steniging op hen niet van toepassing. De vergelijking in de aya betreft dus vrije personen die niet ‚muhsan‘ (gehuwd) zijn en slaven/dienstmeiden, die in beide gevallen niet als ‚muhsan‘ worden beschouwd. Zoals Razi meldt, zijn de geleerden het er unaniem over eens dat steniging in geen enkel geval op slaven/dienstmeiden van toepassing is.
(zie Razî, ibid.)
Het is ook belangrijk om te onthouden dat:
De eerste bron van religieuze voorschriften is de Koran, en de tweede bron is de Sunna.
Deze kwestie betreft de meerderheid van de islamitische geleerden. Daarom moet worden erkend dat er bepaalde religieuze voorschriften zijn die niet in de Koran staan, maar wel in de Sunna. Belangrijke details van gebeden, vasten, bedevaart en zakaat zijn bijvoorbeeld vastgelegd in de Sunna, en er zijn ook voorschriften in de Sunna vastgelegd die betrekking hebben op erfrecht, huwelijk en dergelijke, die niet in de Koran staan, maar wel door de gemeenschap worden toegepast.
Zo is het zo dat, hoewel de Koran alleen de straf van berispen met de zweep voor overspel voorschrijft, de steniging tot de dood in de loop van de geschiedenis is toegepast en door alle islamitische juristen is aanvaard.
Het is vaststaat door authentieke overleveringen dat de Profeet (vrede zij met hem), de vier rechtgeleide kalifen en latere kalifen de steniging hebben toegepast. Als noodzakelijk gevolg van deze waarheid hebben islamitische geleerden de straffen in de Koran en de Sunna gecategoriseerd. Dienovereenkomstig wordt de in de Koran genoemde straf van berispen (slag met een zweep) beschouwd als de straf voor overspel voor ongehuwden, terwijl de steniging, die uit de Sunna overgeleverd is, wordt beschouwd als de straf voor overspel voor gehuwden.
(zie V. Zuhaylî, el-Fıkhu’l-İslamî, 6/38-40).
Hoewel de steniging tot de dood niet in de Koran voorkomt, zijn er betrouwbare hadith-bronnen die aangeven dat gehuwden die overspel plegen, gestenigd tot de dood moeten worden.
De reden voor deze zware straf is dat overspel een ernstig misdrijf is. Bovendien heeft overspel een aantrekkingskracht die de meeste mensen met een ego niet kunnen weerstaan. Een dergelijk aantrekkelijk misdrijf kan alleen worden voorkomen met een zware, afschrikkende straf.
Volgens de bijna algemene consensus onder islamitische geleerden, maken de verzen in Soera An-Nur geen melding van steniging. Echter,
Er is betrouwbare informatie beschikbaar over het toepassen van steniging bij besnijdenis.
De uitspraak van de Koran kan ook worden toegeschreven aan een enkele overlevering. Bovendien zijn er hier -betreffende steniging- overleveringen die door een groot aantal mensen zijn overgeleverd.
(zie Razî, commentaar op de betreffende verzen).
Met vrede en gebed…
Islam in vraag en antwoord