Hoe moeten we de volgende zin uit vers 70 van Soera Al-Isra begrijpen: „Wij hebben de mens boven de meeste van de schepselen die Wij geschapen hebben verheven“?

„Wij hebben de mens inderdaad verheven. Wij hebben hem vervoerd over land en zee, en Wij hebben hem voorzien van de beste en reinste levensmiddelen, en Wij hebben hem boven veel van wat Wij geschapen hebben verheven.“ De letterlijke betekenis van deze aya lijkt te suggereren dat er wezens bestaan die superieur zijn aan de mens. Islamitische geleerden stellen echter dat er geen wezens superieur aan de mens zijn, en dat Gods genade zich het meest in de mens manifesteert. Hoe moeten we dan vers 70 van Soera Al-Isra begrijpen?

Beste broeder,

Dit onderwerp is verplaatst, inclusief de antwoorden en reacties. Klik hier om te lezen…

Met vrede en gebed…

Islam in vraag en antwoord