Beste broeder,
Want weten en willen zijn geen tegengestelde, maar onmisbare voorwaarden. Om iets te doen, moet je het eerst kennen. Als er geen gekend onderwerp is, waar richt je dan je wil op?!
Daarentegen is het willen van iets alleen mogelijk met macht. De eigenschap daarentegen heeft een dwingende sanctiemacht.
Neem bijvoorbeeld Mimar Sinan. Toen hij de Süleymaniye-moskee bouwde, wist hij eerst hoe hij dat zou doen. Zelfs als hij dit jaren van tevoren had geweten en gepland, zou die kennis alleen niet tot de bouw van de moskee hebben geleid. Want alleen kennis is niet genoeg. Er is een sterke wil nodig om op basis van die kennis te handelen. Mimar Sinan kon de Süleymaniye-moskee, die hij van tevoren had bedacht en gepland, pas bouwen nadat hij besloot om hem te bouwen en zijn wil liet zien. Uit deze duidelijke logische regel begrijpen we dat het feit dat God alles van tevoren weet door zijn eeuwige kennis, zijn machtige wil niet tenietdoet.
– Om het nog duidelijker te stellen: zonder de kennis die nodig is om het onderwerp te beheersen, kan nooit een mooi kunstwerk worden gecreëerd. Om immers het bestaan van een prachtig kunstwerk te kunnen voorstellen dat voortkomt uit onwetendheid, moet men, net als de sofisten, de rede opgeven.
Als iemand beweert dat dingen alleen door kennis gedaan kunnen worden, dan moet hij ook bewijzen dat een deskundige maar verlamde, oude, zwakke meester met zijn eigen handen een flatgebouw kan bouwen; dat iemand die deskundig is maar van nature blind, kan zien; en dat iemand die deskundig is maar gehoorproblemen heeft, kan horen. En dat is onmogelijk.
Het is een wetenschappelijke regel: het is onmogelijk dat een van de twee schalen van een evenwichtige weegschaal zwaarder wordt. Om een van de schalen zwaarder te maken, is een externe ingreep nodig. Welke kant ook maar een gram gewicht krijgt, die schaal zal de andere overtreffen. Het aanbrengen van dat ene gram gewicht kan alleen met de wil en macht van iemand gebeuren. Alleen de wetenschap dat iemand weet dat het aanbrengen van een gewicht op een van de twee schalen het evenwicht zal verstoren, is niet voldoende om dat evenwicht te verstoren. Zelfs als het jarenlang zo blijft, zal dit evenwicht niet verstoord worden tenzij een machtige wil ingrijpt.
Zoals hierboven beschreven, is het bestaan of niet-bestaan van het universum/kosmos gelijkwaardig. Noch het bestaan, noch het niet-bestaan is noodzakelijk. Sterker nog, hedendaagse wetenschappers beweren dat het universum ongeveer 15.000.000.000 jaar geleden is geschapen. Dit betekent dat er voor de schepping, toen het universum nog niet bestond, geen enkel probleem was, noch rationeel, noch in de realiteit. Want in rationeel redeneren is alleen het bestaan van God, de schepper, noodzakelijk. De titel die theologen en filosofen hem geven (de noodzakelijke entiteit) komt hier vandaan.
Het universum bevindt zich dus in een denkbeeldige weegschaal, waarbij de ene kant niets is en de andere kant alles. Niets en alles zijn in evenwicht. Het is logisch onmogelijk dat dit evenwicht spontaan wordt verstoord. Maar de realiteit is anders: de kant van ‚alles‘ is zwaarder geworden dan de kant van ’niets‘, en het universum is ontstaan. Aangezien dit niet spontaan kan gebeuren, is er, zoals in onze voorgaande voorbeelden, een externe tussenkomst nodig.
Het is de wil van God die hierin tussenbeide komt. Zoals de oude uitspraken luiden.
Aangezien het onmogelijk is dat de kant van het bestaan vanzelf zwaarder weegt dan de kant van het niet-bestaan, en dat het universum vanzelf uit het niet tevoorschijn komt en de wereld van het bestaan begroet… dan is het de eeuwige wil van God die dit evenwicht verstoort door de kant van het bestaan met Zijn wil te verkiezen.
God wist dit, net als alle andere delen van het universum, uiteraard door Zijn eeuwigdurende kennis. Hij wist het; Hij wist zelfs wanneer, waar en hoe het zou gebeuren. Maar Zijn kennis heeft het bestaan ervan niet gedwongen. Want het is de almachtige wil die dit teweegbrengt. Zelfs het bestaan van degene die deze bewering doet, was al in Gods eeuwigdurende kennis. Maar zoals te zien is, is hij pas een bepaald jaar geleden ter wereld gekomen. Dus het bestaan van iets vereist Gods oneindige kennis, wil, wijsheid en macht.
– Deze bewering is een herhaling van een theorie die in de middeleeuwse duisternis werd geopperd door een aantal onzinnige filosofen die zich boven de onwetende massa opwierpen en beweerden dat alles noodzakelijkerwijs uit God voortkwam.
Deze theorie is echter gedoemd te blijven liggen in de afvalberg van de oudheid. Want dankzij de moderne wetenschap weten we nu heel goed dat een letter niet zonder schrijver, een naald niet zonder maker en zelfs een buurt niet zonder wijkmeester kan bestaan. Het is dus daglichtelijk duidelijk dat dit universum, dit boek van de schepping, deze flatgebouw van het heelal, dit land van het bestaan, niet zonder schrijver, maker en wijkmeester, dat wil zeggen zonder een schepper en bestuurder met wil en de mogelijkheid om te kiezen, kan bestaan. Moge de geest maar niet verblind worden door dit sterke licht van de waarheid…
Met vrede en gebed…
Islam in vraag en antwoord