– Ik ben een atheïst.
„Alle profeten hebben een wonder verricht; als ze geen wonderen hadden verricht, zou niemand in hen geloven.“
zei ik. Hij antwoordde me:
„Alleen degenen die de wonderen hebben gezien, kunnen zeker weten dat ze echt hebben plaatsgevonden; latere generaties en wij hebben ze niet gezien. Daarom kunnen we bijvoorbeeld nooit weten of de wonderen van Jezus echt gebeurd zijn. Alleen degenen die die wonderen hebben gezien, begrijpen dat hij een echte profeet was. Latere generaties hebben het niet gezien en kunnen dus nooit weten of hij een echte of een valse profeet was.“
zei hij.
– Ik denk dat ze, aangezien ze in Jezus geloven, een wonder hebben gezien en daarom zeggen dat Jezus een echte profeet is.
Is mijn gedachte juist, of is wat die atheïst zegt juist?
Beste broeder,
– U heeft gelijk.
Wanneer er een profeet verschijnt, zal hij ongetwijfeld mensen overtuigen met een
„goddelijke boodschap“
Hij heeft een of meer wonderen verricht die we als bewijs kunnen beschouwen. Sommige mensen in die tijd zijn op basis van deze wonderen tot geloof gekomen.
Wanneer we in historische bronnen over bepaalde gebeurtenissen lezen, geloven we ze, ook al hebben we ze niet zelf meegemaakt. Want niet iedereen heeft de kans om alles te zien wat gebeurt.
De wetten die vandaag de dag gelden in de natuurkunde, scheikunde, astronomie, geneeskunde en soortgelijke wetenschappen,
Hoeveel mensen hebben de wetenschappelijke gegevens gezien?
Laat staan wij, het gewone volk; zelfs van de experts die zich met die onderwerpen bezighouden, heeft nog geen één procent ze zelf in het echt gezien.
Het is dus niet nodig om alles met eigen ogen te zien.
De geestelijke waarneming is ook een belangrijk testvenster.
Wij accepteren de bevindingen van die wetenschappers niet met onze ogen, maar met ons verstand.
Zo kunnen we, net als in dit geval, de wonderen van de profeten ook leren kennen via historische bronnen, ook al hebben we ze niet met eigen ogen gezien.
In de geschiedenis zijn de beroemdste gebeurtenissen ongetwijfeld diegene die de meeste aandacht hebben getrokken.
„dat hij een openbaring van Allah heeft ontvangen“
Het is een feit dat profeten die dingen verkondigen, zijn opgetreden. Als wij geloven in het bestaan van de Sumerische koning en de Babylonische koning, die wij nooit hebben gezien, dan moeten wij ook rationeel geloven in het bestaan van Abraham, Mozes en Jezus.
Concluderend,
Hoewel we de wonderen van de profeten niet hebben gezien, hebben we er wel van gehoord. Omdat het van generatie op generatie is doorgegeven,
-ook al zijn er geen details over-
Het is in feite onmiskenbaar logisch.
– Ook de atheïst heeft vanuit zijn eigen perspectief gelijk:
Want voor materialisten is het niet de geest die belangrijk is, maar het oog. Ze geloven niet in wat ze niet met hun eigen ogen zien. Maar ze zien hun geest ook niet, en ontkennen die toch niet…
– Het is echter ook een feit dat we vandaag de dag, wanneer we iemand uitnodigen om in de eerdere profeten te geloven, geen concreet bewijs hebben. Want de wonderen van die profeten waren zintuiglijk, ze spraken de zintuigen aan.
Aangezien het onmogelijk is om dezelfde gebeurtenissen vandaag de dag te herbeleven, is het ook onmogelijk om een geloof gebaseerd op wonderen te realiseren. Als we bijvoorbeeld tegen iemand zeggen: Mozes wierp zijn staf op de grond en die veranderde in een slang. Jezus wekte de doden op. Als de ander antwoordt: „Ik heb het niet gezien en zal het niet geloven zonder het te zien“, dan is er niets meer aan te doen.
Daarom is de Koran, het grootste wonder van de laatste profeet Mohammed (vrede zij met hem), naast zijn zintuiglijke wonderen, gepresenteerd als een rationeel wonder.
De rede is niet zoals het oog. Ze heeft het vermogen om boven tijd en ruimte te staan. En de Koran is, juist vanwege dit vermogen van de rede, een voorbeeld van een universele openbaring die boven tijd en ruimte staat.
Als iemand bijvoorbeeld, zelfs vijftien eeuwen later, de profeet Mohammed (vrede zij met hem) zou onderzoeken, hoeft hij niet vijftien eeuwen terug te gaan. Hij kan gewoon de Koran raadplegen, die we nu hebben, en zijn bovenmenselijke positie begrijpen en geloven.
In de volgende hadith wijst de Profeet (vrede zij met hem) op dit rationele wonder van de Koran en legt hij de wijsheid ervan uit:
“Aan elke profeet die God gezonden heeft, is een wonder gegeven waardoor de mensen in hem geloofden. Maar het wonder dat mij is gegeven, verschilt van die van de anderen; het is de openbaring/de Koran die God mij heeft gezonden. Daarom hoop ik dat ik op de Dag des Oordeels meer volgelingen zal hebben dan al die anderen.”
(Bukhari, Ittisam, 1)
Een terechte hoop; want de enige altijd geldige wonder is de Koran.
Met vrede en gebed…
Islam in vraag en antwoord