Beste broeder,
– De term in deze aya verwijst naar alle levende wezens op aarde. Zoals geleerden hebben uitgelegd, omvat deze term dieren en planten.
Het hier gebruikte begrip omvat in de brede betekenis zowel levende als half-levende wezens, maar niet geesten en engelen. Want die worden geen dieren genoemd. De benamingen van andere levende wezens zijn echter wel bekend. De mens wordt beschreven als (sprekend/denkend dier). Planten vallen ook onder deze categorie, metaforisch gezien, omdat ze „half-levend“ zijn. En het feit dat het in de aya niet expliciet wordt genoemd, heeft wellicht de wijsheid dat planten er ook onder vallen.
– Een andere betekenis is als volgt:
Met „water“ wordt hier het water bedoeld dat uit de hemel neerdaalt. Planten en andere levende wezens zijn uit dit water geschapen.
Aangezien het duidelijk is dat engelen en geesten geen verband hebben met dit water, zijn er geen verdere details gegeven.
– De Koran richt zich in de eerste plaats tot mensen, en daarom zijn hun begrip en perceptie van belang. Wanneer mensen iets beschrijven, denken ze eerst aan mensen en dieren. Engelen en geesten komen meestal niet eens in hen op.
Omdat de geadresseerden deze algemene opvatting hadden, is er in de aya geen detail over opgenomen. Zoals te zien is in de vertaling van de aya, wordt het uitgedrukt als „dieren“, en dit woord omvat alle dieren die zich bewegen.
Abu Rezin (ra), een van de Sahaba, vroeg de Profeet (vrede zij met hem):
De Profeet (vrede zij met hem) antwoordde:
zei hij.
Bediuzzaman Hazretleri verduidelijkt dit punt als volgt:
De troon van God (Ars) bevond zich op de etherische stof, die als water beschouwd wordt. Nadat de etherische stof geschapen was, werd zij het centrum van de eerste creaties van de Schepper. Met andere woorden, nadat Hij de ether schepte, vormde Hij er de elementaire deeltjes (atomen) uit.
De Allerhoogste God heeft de schepping geschapen en Zijn troon daarboven gevestigd. Dat wil zeggen, Hij heeft Zijn heerschappij en soevereiniteit en Zijn troon aan de schepping toegeschreven. Door de schepping, die zelfs in de atomen kan doordringen, te beheersen, beheerst God het hele universum en alles daarin. Zo is God, met Zijn kennis, wil en macht, en de namen en eigenschappen die daaruit voortkomen, dichter bij alles dan alles zelf. En Zijn kennis, wil en macht omvatten alles, van binnen en buiten, van boven en onder.
Met vrede en gebed…
Islam in vraag en antwoord